Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 3 juli 2025


Onmiddellijk ging hij voort: »Ik wenschte u te spreken over belangrijker zaak, meneer De Witt!" En de secretaris-generaal ~ad-interim~ greep een pak kranten en tijdschriften, naast hem op de schrijftafel bijeenverzameld.

Ik voeg er dus een ernstigen raad bij. Meneer De Witt! wees zoo goed binnen tweemaal vier en twintig uren uw verzoek om eervol ontslag aan den minister toe te zenden!" »Het spijt me zeer, meneer Van Reelant!" antwoordde André uiterst bedaard. »Ik kan uw raad niet volgen! Zoo er termen voor zijn, mag de minister mij ontslaan, eervol of niet!" Van Reelant stond op.

Zoo iets heb ik in mijn leven niet gezien," zeide De Witt. "Daar steekt iets groots in dien knaap," meende Zuijlestein. De Prins zeide niets; maar toen men zich weder op het paleis bevond en de Raadpensionaris vertrokken was, ging hij naar den kant, waar de steiger stond, en riep den knaap. "Heb je je niet bezeerd?" was zijn eerste vraag.

»Ik vraag u om verschooning, meneer Van Reelant! maar met dergelijke zaken heeft mijn werk niets gemeen!" »Toch wel, meneer De Witt! Toch wel! Ik zal de moeite nemen het u te bewijzen. Ik mag, hoop ik, op uw doorzicht vertrouwen, zoo ik u het tegendeel staaf!

"Ik zal mij aan uwe orders onderwerpen," antwoordde de Prins, die zich hield, alsof hij de eerste woorden niet verstaan had, "ofschoon mij het paardrijden en de beweging in de vrije lucht geen fatigue zijn, maar een recreatie. Hoe vaart Mijnheer De Witt?" vraagde hij eensklaps, om niet te doen merken, hoe onaangenaam hem het bevel van vertoeven was.

Hoe gelukkig de staatkunde van DE WITT ook vele gevaren wist af te wenden, het grootste gevaar had hij niet voorzien, gelijk ook niemand vooraf wilde of konde gelooven, dat de Franschen »oyt couragie souden hebben, om tegens soo machtige Bontgenoten in 't velt te durven komen." De uitslag was echter geheel anders.

Er ligt zekere dofheid in zijn donker oog, het glanzige hair is met zekere achteloosheid in den nek geworpen; enkele lokken vallen somtijds over voorhoofd en wenkbrauwen. Van Reelant richt zich in zijn leunstoel op, en zegt statig: »Ga zitten, meneer De Witt!" Zoodra André zit, ziet hij hem uitvorschend en koud aan.

Zóó komt hij tusschen de Stavenhager schuren, en de eerste, die hem ontmoet, is de bakker Witt; die staat met een stroowagen voor zijne schuur en zegt: "Goeden morgen, vrind. Wat donder! Hoe komt ge aan een Fransozenpaard?" "Ja, dat moogt ge wel zeggen," antwoordt de molenaar Voss en vertelt hem de zaak kortweg.

We vragen onze beste vrienden, de naaste familie een groote twintig menschen. Je begrijpt, dat er wat bijzonders moet wezen! Wij kunnen zelven moeilijk iets aardigs organiseeren, maar wien zouden we het beter kunnen vragen, dan aan onzen geestigen vriend André de Witt?" Kee had met groote deftigheid gesproken.

Wanneer Uwe grootmoeder, hare Hoogheid de Prinses-weduwe, van hare reis terugkomt, zal zij zeer ontevreden zijn als zij hoort, wat Uwe Hoogheid gedaan heeft." "Dunkt Uwe Edelheid dat?" vervolgde de Prins op denzelfden onderworpen toon. "Ik kom U slechts waarschuwen," hernam De Witt. "Men heeft aan Uwe komst op het veldijs zeer verkeerde bedoelingen toegedicht.

Woord Van De Dag

1195

Anderen Op Zoek