United States or Northern Mariana Islands ? Vote for the TOP Country of the Week !


De leden van het Hof waren wel gestemd om een zacht vonnis te vellen, vooral, omdat hij eigenlijk geen landverraad had gepleegd, maar slechts misbruik had gemaakt van het vertrouwen, dat De Witt in hem had gesteld. De Staten van Holland evenwel, door De Witt daartoe aangezet, begrepen de zaak anders, en maanden het Hof ten ernstigste aan, om een krachtig vonnis te spreken.

De Witt steeg uit de karos en werd vervangen door den Heer van Zuijlestein, die naar het Huis ten Bosch zou mederijden. "Niet te doorgronden, een raadsel is die knaap, ook voor mij!" bromde de Raadpensionaris tusschen de tanden. "Intusschen hij is nu reeds in zijn zestiende jaar, en 't zal niet lang meer duren, of hij kan mij gevaarlijk worden. Daar is maar één middel om dat te verhoeden.

"Zie zoo!" zeide hij: "uit die val zijn wij gelukkig ontkomen." "Ja wel, raadsheer," antwoordde de oude bakker Witt, "en dat hebben we toch aan onzen baljuw en aan onzen burgemeester, maar vooral wel aan Frederik van den molenaar te danken. "Al naar dat men het aanziet, baas Witt," hernam oom.

Zie, die daar met zijn zwart fluweelen mantel is de Heer Johan de Witt, de Raadpensionaris, die als gemachtigde der Heeren Staten het uitloopen der vloot zal bevorderen." "Zijne kleeding steekt nog al af bij die van al deze groote Heeren," zeide Klaas Dirkz. "Ik geloof dat er jannen onder zijn. Maar daar wenden zij. Ha, zij komen aan ons boord. Daar lossen zij reeds de saluutschoten."

Zij besloten dus in alle stilte het voorgenomen huwelijk te voltrekken, en de gebruikelijke receptie in Leiden te houden. Dominé De Witt was vrij ontsteld door het onverwachte bericht.

Hij heet De Witt, dat jonge mensch, dat de uitvinding der kappers en hairkunstenaars niet schijnt aan te moedigen!" Adèle glimlachte niet, zooals Van Reelant verwacht had. Zij scheen de geestige teekening op haar waaier een oogenblik te bekijken. Van Reelant verweet zich heimelijk, dat hij niet voorzichtiger geweest was.

"Vriend Witt! in stedelijke aangelegenheden is hij recht t'huis, dat zal ik niet tegenspreken; maar, in oorlogszaken, wat het militaire betreft, daar heeft hij zich nooit meê bemoeid, daar weet hij even zooveel van als.... als...." "Als gij en ik, mijnheer Herse," zeide de oude molenaar Voss, zonder daar verder iets bij te denken.

Gij hebt hem in de knoei gebracht, help er hem nu ook weêr uit!" "Goede hemel," zeide mijn oom, "laat mij toch met rust! Ik wil immers; ik wil eene hypotheek op mijn huis nemen, maar waar zal 't geld vandaan komen?" En de kleine bedeljongens brachten hem zóó in 't nauw, dat hij bij bakker Witt, in de oprijpoort moest gaan staan, om van hen bevrijd te worden.

Door tegenwind teruggehouden, kwam men eerst in den ochtendstond van den 18den op de vloot, aan boord van het schip "de Liefde", waar de Luitenant-admiraal door de gevolmachtigden der Heeren Staten Johan de Witt, Huijgens en Boreel hartelijk verwelkomd werd. Daar was intusschen op die vloot wat voorgevallen.

Er was voor André niet veel keus. Hij moest het leven zijner zuster redden dit was en bleef de hoofdzaak. Dominee De Witt was zeer tevreden en gelukkig, dat het met Letje zoo goed ging, te meer, daar zijn tweede zoon, de rechtzinnige student te Utrecht, hem veel last veroorzaakte.