United States or Saint Helena, Ascension, and Tristan da Cunha ? Vote for the TOP Country of the Week !


Zoo draagt de dag wat ons in droomen De zoele nacht heeft toegezegd Zoo zien wij Mei ter wereld komen, Als wies hij uit onze' eigen echt! Zie uit de aarde En uit den hemel En uit uw harten Ben ik geboren Door heel de aarde En heel den hemel, Door alle harten Ben ik verkoren!

"O lieve God!... D'r zit 'm 'n hond na!" Mies en Wies stonden stil. De wind waaide d'r rokken strak-weg.

Men wies deze, welke vol stof en steengruis zat, en nadat men wat rum in Selam's mond had gegoten, kwam hij weder bij en verhaalde naar waarheid, wat er met hem was gebeurd. De zaak was nu eenmaal geschied en er was niets aan te doen.

Hoe die hanepooten in mijn mooi Engelsch schuinschrift gekomen zijn, mogen God en archivaris Lindhorst weten,” sprak hij, „maar dat zij niet van mijn hand zijn, daar geef ik mijn leven op.” Met ieder woord, dat nu welgeslaagd op het perkament kwam, wies zijn moed en daarbij zijn vaardigheid.

"Maar Marieke is ma petekind, en zij zuut, der zal gin haarken aan miskome!" "Och," zei Pallieter, halfzingend en tergend. "Als 'k getrijwt ben, hem'k gin meid nimier noedig." En toen schoot Charlot uit: "Oei, oei, 'k moet hier buite! 'k weur hier weggejaagd, ikke een wies! 'k had het gedoecht! da's veur al mijn goedheid, da's dank! en da' deur degene, die 'k als kind nog hem gedrage!

"Kijk 't kleedje van het engeltje is toegetakeld zijn!" "... 't Is heelemaal bedorven... Ja, je bent mijn schatje... mijn Habbelebabs... mijn pief-piefie... Kom nou maar mee an 't kettinkie... Nou zullen ze je geen kwaad meer doen.... die vieze leelijkers!"... Wies en Mies waren ontdaan.

Je zou er de voeten voor in natura moeten zien, maar aan haar wijze van loopen, aan het trapganzig neerklotsen der mannen- of mansvoeten, kon je toch merken dat de manslaarzen niet gemakkelijk zaten. Wies hield niet van hakken. 't Is een vreemd geval, toch moet ge Falkland op zijn woord gelooven, wanneer hij het feit constateert.

Ook hier, als schier overal elders, was de school eene stichting der kerk en wies onder hare hoede op. Het zegel van een der scholasters van Sint-Maarten stelt den eerwaarden leeraar voor, gezeten voor zijn lessenaar en een schrijver verklarende, terwijl de leerlingen rondom hem op den grond zitten en met ingespannen aandacht luisteren.

Maar bij Wies was juist het bijzondere aan het hoofd en de voeten. Het hoofd was dik en paars. De kleine oogjes probeerden listigjes over de bolle paarse koonen heen te gluren. Als brokken deeg, die tegen haar gezicht waren aangekwakt, stonden de koonen, dadelijk gezwollen rondom het stompneusje, gezwollen onder de oogen en nog altijd gezwollen bij de ooren.

De regen bleef bij stroomen neervallen, ieder oogenblik wies het water, reeds stond het hooger dan de tegenover liggende oever en stroomde het den kant uit waar de wagen was blijven staan. Om hulp roepen kon hem niet baten, want er was geen mogelijkheid dat zijne kreten te midden van het geweld van storm, regen en stroom gehoord werden.