United States or Réunion ? Vote for the TOP Country of the Week !


In de wereld der baronnen, een maatschappij van en voor mannen, was de vrouw geminacht en onderdrukt geweest. Daar was zij de slavin van de man, die hem bij de maaltijd bediende en bij het toilet, die zijn haar wies, hem bij het bad wreef en afdroogde, zijn vermoeide ledematen masseerde en zelfs als 't nodig was het werk van een staljongen voor hem deed. Gelijk een odaliske bediende zij hem ook met haar liefde en wij hebben gezien, hoe zij het bijna altijd is in de volkspoëzie die de man om liefde vraagt. De man is haar »seigneur"; als hij binnentreedt, staat zij op, zij eet pas n

Zoo deed hij het met een degen in de hand dan deze dan gene vermoordend. Reeds wies het vuur op het aangestoken schip en had hij er door zijn matrozen laten afhalen, wat de vijanden tot betaling kon dienen, toen hij er afdaalde met een niet zeer blijde overwinning op zijn tegenstanders behaald.

Het was hem nu haast even moeilijk de roersels van Milly's wezen te ontdekken, als de zijne zelf af te zonderen in 't veelledig proces van zijn wentelend gemoed. Het docht hem dat ze, na alles van hem te hebben opgedronken, nu zelfstandig op vreemde gronden wies. Maar niet geheel ontsnapte zij hem.

Molly deed wat menschelijk te begrijpen is: ze liet zich vallen, plaste met de van heriditeit getuigende pootjes in de lucht en begon een langgerekt, erbarmelijk gejank. "Wacht! Ik zal jou krijgen!" Op den weg lag een oude schoen. Wies pakte 'm beet, voorzichtig, bij een onbeschimmeld plekje, mikte en wierp 't instrument naar de overzij op 't weiland.

In de dagen van haar jeugd had zij op aanraden van Mies, die een paardengebit had, een tandenborstel gekocht en haar tanden één ochtend met asch gepoetst, maar toen 't bloeden ging, had zij besloten alles te laten zooals natuur 't geschapen had. Wies had niet alleen een hoofd, zij had twéé voeten. Ze liet ze altijd zien. Wat ze er aan had wist ze alleen zelf.

De twee lijvige, paarse pompoenkoonen werden dus het eerst gezien. Eigenlijk was het hoofd alléén paarse koon, met een neusbobbertje er in, met krentenstipjes er boven en een vleezige mondgleuf er onder. Wies Mies zei Wiesje. Zij hield meer van Wies, Wies had groene tandjes.

Beneden klonken de stemmen. Op haar knieën liggend, de vuist ballend, snikte ze schor, hard-op, heesch... "... Was je maar dood gegaan... Jij!... Jij!"... Wies en Mies liepen met Molly langs den Amstel, halfweg Kalfje. Wies was een dikkert. Ze had een kort, slobberig lijfje. Ze had een hoofd en twee voeten. Dit laatste is zeker niet bijzonder.

Ach 't leven was een woud, een schemer zonder dag. Een duisternis van strijd en eeuwig onderdrukken, Waar slechts de sterke wies, tot hij de sterren zag. En toch: hoeveel dat klom, dat bloeide in 't verborgen, Dat ál maar schoonheid beurde uit die verdoemde laagt' Dat bouwde in den nacht en wachtte op den morgen Totdat de roode dag voor allen heeft gedaagd ! Zij bloeiden boven mij !

Hij wies op als een edel jongeling, de lieveling van goden en menschen, hij huwde 's konings dochter en werd na diens dood door het overleg van Tanaquil zijn opvolger. In een nog bewaard fragment eener redevoering van keizer Claudius wordt een ander verhaal medegedeeld, uit etrurische bron geput.

'k Bin wies genog um veur m'n eiges te zurgen, en 'k hoef in 't wark veur ou niet op zied, heur ie!" Frerik koos dan steeds de verstandigste partij en zweeg; door welk zwijgen de jongere broeder dan veeltijds nog beter tot de orde terug trad, dan harde woorden er hem toe zouden gebracht hebben.