Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 1 juni 2025
Daar! zeide het glimwormpje en keek vol eerbied naar den van sterren fonkelenden hemel. 'Daar zie ik hen! al mijn vaderen, al mijn vrienden en ook haar, duidelijk stralen, in nog heerlijker glans dan hier op aarde. Ach! wanneer zal ik mij uit dit lage leven kunnen opheffen, en tot haar vliegen, die mij lonkend wenkt? Ach! wanneer? wanneer?
Ongeduldig wenkt zij met de kleine blanke hand, dat Pietersen naderen moet; en daar deze aarzelt, fluistert Walten hem haastig toe: „Maar ga dan toch naast haar zitten; je weet immers, hoe ze is. Gauw!” Met een diepe, hoffelijke buiging treedt de oude souffleur tot voor ’t bed, kust de hem toegestoken hand en zegt: „Ik nader, Donna Sol, ik plaats me aan uw voeten.”
"Hij heeft 't zichzelf geleerd," antwoordt Signor Carlo zachtkens; "maar," voegt hij er bij, "zóó heb ik hem ook nog nooit hooren spelen; daar word je koud van." De dokter wenkt met de hand, dat hij zwijgen moet, en luistert met ingehouden adem. "Dorus, Dorus!" roept vrouw Keetje, als de viool verstomt. In een oogwenk staat de knaap naast haar, vat haar hand en vraagt: "Is het nu goed?
Te gelijk verhief hij zijne stem en riep: "Sancho! Sancho!" dat het wijd over het veld klonk. Sancho Panza vernam dien roep, keerde zich om, zag het witte vaantje en zei: "Ik laat mij levend villen, als mijn heer de wilde beesten niet overwonnen heeft; want zie, hij wenkt ons en zijn vaan wappert in den wind."
„Binnen!” roept Walten op gesmoorden toon, zoodra Pietersen heeft aangeklopt. Nauwelijks heeft hij de deur geopend, of Walten wenkt hem toe, dat hij zwijgen moet.
Ik zou niet weten hoe men een enkel Fransch burger één haar zou kunnen krenken. De Keizer wenkt en 't gaat naar Berlin, waarachtig naar Berlin!" Papa had gelijk, zóó zou het wezen! En hier in het stille heerlijk gelegen dorp, had men toch zeker niets te duchten.
In het Westen verheffen zich in de onmiddellijke nabijheid uit een donker sparrenbosch de woeste Hohneklippen; verder noordelijk de Renneckenberg en de dreigende Zeterklippen; daarboven wenkt de Brockentop.
Ik keer mij om en ga naar de deur toe. Even van op den drempel al die omgevende zachte heerlijkheid nog genoten en dan naar de schuur, waar ik weldra, door het halfduister, rechthoekig gat eener openstaande deur, vagelijk Zienekens bekoorlijke gestalte ontwaar. Zij hoort mij naderen, kijkt om, komt even half buiten, wenkt mij, met een geheimzinnig, vlug gebaar, bij zich.
Hoe zacht die woorden ook gesproken zijn, toch heeft de procureur ze verstaan, en daarom richt hij nu 't woord tot den ongelukkigen idioot. "Wat zei je daar? O ja, 't is waar, hij is immers doof?" "Och heere ja, meneer!" "Kom eens bij mij." De procureur wenkt hem tot zich. "Kobus gaat om de tafel heen en staat nu naast den heer Verhagen, die hem zeer luid vraagt: "Jij heet Dorus, is 't niet zoo?"
Gij stomme klaagster, 'k wil uw taal verstaan. Mij zullen uw gebaren zoo vertrouwd Als bedelkluiz'naars hun gebeden zijn. Zoo gij slechts zucht, uw stompen heft ten hemel Slechts wenkt of knikt of knielt, een teeken geeft, Zal ik uit deze een alphabet mij vormen, Door stadige oef'ning weten wat gij meent.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek