United States or Bolivia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Gij hadt gelijk met mij mijn thuisblijven te verwijten. Ik had moeten bedenken, hoezeer ik uw goeden naam daarbij in de waagschaal stelde. Niet langer is onze liefde een geheim voor onze omgeving. Ridders als Modred en Agravaine loeren en spieden om ons te verraden. Het past ons thans dubbel voorzichtig te zijn, daarom bid ik u, laat mij gaan!" Weenend verborg Ginevra het hoofd in de kussens.

Toen die dit hoorde, deed hij wel tegen den kerkermeester of hij er zich niet aan stoorde, maar hij ging naar mevrouw Beritola en vroeg haar vriendelijk of zij een zoon had gehad bij Arrighetto, die Giusfredi heette. Weenend gaf de donna hem ten antwoord, dat, als de oudste van de twee nog in leven was, die zoo heette en twee-en-twintig jaar oud moest zijn.

Waar zijt gij, vrouwtje? weeklaagde hij, terwijl hij een traan uit het het oog wischte. En hij sneed tien schijfjes van de worst. Lamme, sprak Uilenspiegel, eet niet zoo gulzig en zonder medelijden voor den armen pelgrim. Lamme reikte hem weenend vier schijfjes en Uilenspiegel zuchtte om den fijnen smaak.

Theresia slaakte eenen pijnlijken zucht, liet het hoofd op de borst zakken en begon overvloedig te weenen. Er heerschte eene lange stilte. Mijnheer Helmond hield den blik op de droeve maagd gevestigd, eerst met gramschap, dan met verdriet en eindelijk met medelijden. Zij sprong op, legde hem weenend de armen om den hals en zuchtte: "O, mijn goede oom, zie af van uw wreed besluit!

Zoodra hij maar verscheen, dacht zij, was het gevaar reeds half voorbij. Ook Didymus was blijde hem te zien, en leidde hem het kleine vertrek binnen, waar de jongeling op een divan lag. Hij steunde en jammerde nog steeds. De tranen liepen hem over de wangen, en zoodra een lid van het gezin hem naderde, stootte hij hem weenend van zich af.

En nu, mijn lieve! laat mij gaan.... Waarheen? Gij vraagt het nog? Tot wien dan Hem-alleen? 't Is alles hier zoo heerlijk: dat geboomt', Die bloemenhof, dat blauwe luchtgewelf, Dat water, dat verkwikkend nederstroomt, Die morgenwind, zoo balsemvol, gij-zelf, Gij, die ik steeds in 't weenend harte droeg, En nu, na zooveel smarts, de mijne weêr! En echter is dit alles niet genoeg.

Terwijl zij dien tooien, vragen zij hem weenend: wanneer hij terugkomen wil? en de wanhopende broeder antwoordt haar in troostelooze beelden: dan zal hij terugkeeren, als de palen der omheining bloeien, als de steenen verrotten als de keien op het water drijven en als de veeren naar den bodem van het water zullen zinken. Hij neemt dus afscheid voor eeuwig.

Dat niet de tranen langs uw bleek gelaat, Nu gij doorschrijdt deez' stad der Rouwe, stroomen; Als lieden die nog niets hebben vernomen Van haar verlaten, deerniswaardgen staat? Mijn zuchtend hart zegt mij met zekerheid Dat, zoo ge bleeft om naar mijn klacht te hooren, Ge niet dan weenend gaan zoudt van hier henen: Haar Beatrice heeft zij, ach, verloren!

Medelijden drong in mijnen boezem, en ik antwoordde met zachte stem: "O, vader, indien de nevel des ouderdoms boven uw leven hangt, indien de aarde uw hoofd tot zich trekt. Kunt gij dan uw treurend hart niet meer door heugenis van betere tijden troosten en voeden? Kan de hoop op een zalig en beter leven u niet verkwikken en ondersteunen, dat gij weenend ten grave zinkt?"

Het was zoo veel, dat het voor ons allen genoeg was. Ik ben gelukkig geweest, sedert Pepa dezen dienst had. Nu heb ik een onbezorgden ouden dag, dacht ik. "Maar den vorigen Maandag kwam Pepa weenend thuis. "Signora Gasparo had haar weggejaagd." "Wat had Pepa gedaan?" vroeg Nino, die na Falco de oudste was. "Signora Gasparo beschuldigde Pepa brood gestolen te hebben.