Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 24 mei 2025


Gij weet, o Heer! hoe menigmalen ik Gepeinsd heb aan dat uiterst oogenblik, En in 't gebed Uw aanschijn heb gezocht, U smeekend, dat Gij-zelf ik kon het niet Mij zóo mocht voorbereiden, dat de dood Mij eenmaal zacht en zalig de oogen sloot! Nu, Heer! Gij, die geen biddend hart verstiet! Die beê, gelijk al de andren, werd bekroond.

Het zwarte schip met ijzer gepantserd, zijn vreeselijke kanonnen in de torens maar de zeemanschap van kapitein en machinisten? In de huizen de gevulde schalen en het maal en de meubels maar de gastheer en de gastvrouw en de blik hunner oogen? De hemel daar omhoog maar hier, of naast de deur of over den weg? De heiligen en wijsgeeren in de geschiedenis maar gij-zelf?

[p.101] Zoo wendt ge u tot haar. O, het schoon gelaat dier wereld, van wie nauw de nacht is afgegleden en die in den vroegen ochtend openglanst ... de velden dragen glinsterinkjes van dauw, de bloemen ademen naar hun geurige wijze, er is nog een lichte dampigheid, die haar trillende sluierflarden bij plekken over het zonvergulde waast, waar hoog in de verte de morgenstad op glooiende heuvels wacht.... Maar zaagt gij haar wel zoo?... Wellicht verscheen zij u wel als jonge vrouw, een half verloken belofte op het neerziend gelaat ... wellicht als Roem, Rijkdom ... wie dan gij-zelf zou het kunnen zeggen, hòe zij ù verscheen.... Want zonder tal zijn de gestalten, waarin zij zich verhult. De goden hebben haar de gaaf der gedaanteverwisseling verleend. Een andere Mestra, verschijnt zij vaak als tot dienst gewillige slavin, verkoopt zich telkens opnieuw en ontsnapt weer telkenmale.... Onnoozele, die het niet wist: met de vrucht van ùw werk, door haar verworven, zònder u te dienen, voedt zij haar onverzadelijken vader, den wreeden heerscher, dien gij wildet ontvluchten.... Later begrijpt ge, dat dit alles zoo moest zijn: hoe weinigen zouden werken voor het heden, zoo ze 't niet, in hun gedacht, voor het bezit der toekomst deden!... D

Omdat gij-zelf Rusland's ziel waart. En wat heeft uw dood haar niet een dienst bewezen!

Hij vergat ook bang te zijn. Vrees was tegelijk door Groei overwonnen, terwijl Groei den vorm van Nieuwsgierigheid had aangenomen. Dit laatste, niet waar, is louter het koeler mooi van het scherpzinnig logisch-psychologisch verhandelen; de toon is interessant-doceerend en gij-zelf komt in een staat van leerling-gewillig mooi-vinden.

Mijn samentreffen is bepaald, is zeker, De Heer zal mij wachten tot ik in volmaaktheid kom, De verheven Camerado, de ware liefdegever naar wien ik smacht, zal ik ontmoeten. Ik weet mij behoort het beste van tijd en ruimte, en nooit werd ik gemeten en nimmer zal ik gemeten worden. Noch ik, noch iemand anders kan dien weg voor U opgaan, Gij-zelf moet dien weg opgaan.

En nu, mijn lieve! laat mij gaan.... Waarheen? Gij vraagt het nog? Tot wien dan Hem-alleen? 't Is alles hier zoo heerlijk: dat geboomt', Die bloemenhof, dat blauwe luchtgewelf, Dat water, dat verkwikkend nederstroomt, Die morgenwind, zoo balsemvol, gij-zelf, Gij, die ik steeds in 't weenend harte droeg, En nu, na zooveel smarts, de mijne weêr! En echter is dit alles niet genoeg.

Allons! door gevechten en door strijden! Het doel dat wij ons gesteld hebben kan niet worden ontgaan. Was het einde van vroeger strijden overwinning? Wat heeft overwonnen? Gij-zelf? Uw volk? de Natuur?

Woord Van De Dag

rozen-hove

Anderen Op Zoek