Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 6 juni 2025


Hij luisterde niet naar Ernest's verwarde vragen, hijgde aldoor: Hier niet! Hier niet, in Godsname! Het is vreeslijk, wat ik u zeggen moet .... Buiten, loop, maar loop dan toch! Ik ben niet alleen .... ik mag zoo niet .... Neen! neen! Ge moet mee met mij, even mee, tot buiten .... God! het is al over den tijd! Hij stiet hem naar voren, drong door de zat-zingende maskerade.

Mijn kind, herhaalde Doening, het is alles volbracht, alles .... Hij wilde haar naar het salon leiden. Ze riep: Het is gelogen! Het is gelogen! .... Ga weg! Ik moet mee .... Ik .... Ik .... Maar ga weg! Ze hakkelde vreeslijk. Ze stoop zich en worstelde. Haar mantel zeeg. Haar blonde haren vielen in halfontwonden vlechten neder.

Neen, hij moest gaan; alleen, misschien zou er een verandering in alles komen, een zoo groote verandering, dat hij niet behoefde te gaan of anders zou gaan... Het dwarrelde haar; zij wist niet meer wat zij wilde en zij dorst de gedachte die in haar oprees niet uitdenken. Het zou te vreeslijk zijn. Te vreeslijk voor Otto, te vreeslijk voor haarzelve ook.

O, het pijnigt me zoo, het woelt zoo in me, altijd, altijd ... En ik ben niet kleingeestig jaloersch, ik ben dat nooit geweest: ik begrijp het wel, dat van die vrouw, dat van vroeger, al vind ik het vreeslijk! Maar je bent altijd zoo vreemd, zoo stil, zoo treurig, en zoodra ik daarover nadenk, twijfel ik, zonder het te willen, Frank, zónder het te willen, dat zweer ik je!

Pastoor Pezza werd over de hoofden getild en buitenshuis onder algemeen gekrijt weggedragen. Men riep: Ons Recht! Ons Recht! Het stemgedruisch daverde in den avond en lengde zich als een vreeslijk geloei uit. Men dacht eraan, met alle geweld en in dichte drommen, het paleis van den Koning te bestormen. Het lawaai werd onstuimig. Ons Recht! Ons Recht! Ons Recht!

Eline, ik bid je, praat toch niet zoo dwaas! vroeg Betsy zacht. O, jij vindt het vreeslijk shocking, niet waar? Nu maar stel je gerust, zoo erg was het niet. Zij lachte nog steeds, zeer gedwongen, weenende en ten laatste barstte zij in snikken uit. O, die akelige Reijer! Ik heb altijd zoo een pijn, hier in mijn hoofd, en het kan hem niet schelen, hij zeurt altijd alleen over mijn hoest.

En als de examentijd er komt, weten de kinderen zoo vreeslijk van dat folterend surmenage.... Lust gij nog een beetje spruitjes of wat vleesch, mijnheer Wilder? Wel ja wel ja.... Alfred zette zich te blozen, omdat moeder hem met dat woord "kinderen" zoo kleineeren wou. Hij zag noesch op naar Goedele en onderzocht op haar kalm gelaat, of zij 't beluisterd had.

De avond is gevallen als ik weêr op de Place Garibaldi kom. Zie, de Lion heeft zijn tapijtje gespreid; hij heeft zelfs een verlichting van acetyleen, die een vreeslijk luchtje geeft. En hij staat, op zijn tapijtje, gewichten te heffen. De tors naakt, is hij verjeugdigd. Toch doet hij mij onweêrgeefbaren weemoed aan.

Maar wie zou niet liever zoo'n flauwe en zoutelooze God zijn, altijd vroolijk, altijd weer jong, altijd voor allen vol pret en plezier, dan zelfs die arglistige, bij allen gevreesde Jupiter of Pan, die, de geheele wereld door allerlei angsten in rep en roer brengend, haar een bron van ergernis is en verdriet, of de vol asch zittende Vulcanus , die er altijd even vuil uitziet van 't arbeiden in zijn werkplaats, of ook Pallas zelf zoo vreeslijk door haar Gorgo en speer, die altijd even zuur kijkt.

't Was of ze de groeve voelden, die diep werd en breed werd en vreeslijk werd. Ook, in een zelfde zicht en in een zelfden weemoed, zagen ze Romaan, den broeder en den zoon, verworpen uit het huis, waar nu zijne plaats overal een leegte was want overal was zijne plaats.... Mevrouw Wilder rechtte haastig haar zwaar lijf. Ze werd de kriebeling gewaar der naderende aandoening en ze had schrik daarvan.

Woord Van De Dag

muggenbeten

Anderen Op Zoek