Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 30 september 2025
"Baas!" zei Frederik, toen zij de hofsteê af waren, en op den lagen weg kwamen, "hebt gij wel eens eene oude vrouw gezien, als zij een' pot aan stuk heeft gegooid, en dan de stukken aan malkaâr past en zegt: Zóó heeft het gezeten?" "Waarom vraagt ge dat?" zegt de oude Voss.
Ze zouden zeggen: de oude baljuw op het slot is gek geworden," en hij legde hem vertrouwelijk de hand op zijn schouder, "en zij zouden gelijk hebben, vrind Voss! Nu, wat dan?" De molenaar kijkt naar de punten zijner laarzen en krabt achter zijne ooren: "De waarheid is 't, mijnheer!" "Wel," vraagt de oude heer, en hij schudt den molenaar zoo'n beetje aan de schouders: "Waar drukt de schoen je dan?
Zie, baas Voss! wie weet, of die twee, als ze naar den molen waren gekomen, niet verliefd waren geworden op onze Stina.
"Voss," viel de oude heer hem in de rede, "ik zal met de beschuldigers spreken, dat zij je acht dagen uitstel geven, maar dan moet je hun het koren of het geld er voor verschaffen, anders loopt het niet goed af." "Maar, mijnheer de baljuw...." riep oom Herse, en hij stond op. De baljuw zag hem aan: oom Herse was blijkbaar van zijn stuk.
En Fieken Voss zat bij mijne moeder, en mijne moeder drukte haar de handen en streelde haar over haar zacht gelaat; en toen ik nader bij haar kwam, streelde zij mij ook en vroeg: "Zult ge ook zooveel van mij houden?" Mijnheer de baljuw riep Hendrik Voss in den hoek, en sprak met hem in 't geheim. Wat had mijnheer de baljuw met Hendrik Voss in 't geheim te spreken?
Ik deed de boodschap, en toen ik met Johan en vrouw Struwing en het suikerkransje terugkwam, stond Hendrik Voss, de neef van den molenaar, met de oude molenaarsvrouw en Fieken Voss, al voor het raadhuis met zijn' wagen stil, want de armee-gendarmes hadden ten laatste toch den rechten weg naar den Gielowschen molen gevonden, en daar het geheele nest uitgehaald.
Gij hadt daarbij behooren te denken, dat wij de godin der overwinning uit Parijs moeten terug gaan halen." "Ja, maar...." zegt Witt. "Maar, dat is dan toch...." zegt de molenaar. De raadsheer liet hen echter niet aan 't woord komen, en wendde zich dus tot den molenaar: "Nu vraag ik u, molenaar Voss, als gij dezen molen zoo aanziet, wat denkt gij daarbij?"
"Ja, Voss," sprak de oude baljuw verder, "'t is eene zeldzame handelwijze van je, want je hebt niets kunnen weten van wat er hier is voorgevallen, maar dank er God voor, want het is mogelijk, dat dit gedrag je het leven redt."
"Ja, vader Witt, dat moogt ge wel zeggen," zeide de oude molenaar Voss, en hij knikte den inspektor Bräsig toe, die zich ook onder den molen had geplaatst. "Hm!" bracht oom Herse daartegen in.
Het was nog vroeg en mooi weer, zoodat ik veel lust had om dien avond wat later te Voss aan te komen, en stellig wenschte ik niet in den grooten sleep van rijtuigen opgenomen te worden; daarom bleef ik tot het laatst aan boord, gaf mijn koffer tot nader order aan den agent van "Cook" en liep Gudvangen in, om eens te zien wat daar te koop was.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek