United States or Pakistan ? Vote for the TOP Country of the Week !


Hij is naar zijn land terug, antwoordde de baas, blijkbaar gegeneerd. Naar zijn land! Is hij dan geen Belg? Wel is zijn moeder een Belgische, maar zijn vader is nog een Duitscher, al woont hij bijna op de grens, voegde de baas er als ter vergoelijking bij. Meneer Bollekens en zijn zoon werden eensklaps ernstig en stil. Hun oogen keken starend op hun bierglas en hun wenkbrauwen fronsten zich.

»Maak de kachel hier wat aan, Jan!" voegde hij er in één adem bij, als ter vergoelijking van de weigering. »Dat's onnoodig voor mij," zei Frits, die zijne thee had gebruikt, »wijs me mijne slaapkamer." »Blieft meneer ook den mantel te geven?" vroeg de roodharige zeer gedienstig.

Toen sprak Bertie en zijne stem smolt van teedere vergoêlijking: Als je er nu één hadt gezonden, zoû je het kunnen denken ... Maar drie brieven aan het zelfde adres. Het is niet waarschijnlijk ... Ik zal er zelf eens naar toe gaan, hernam Frank. Ja, ja, ik zal er zelf maar eens naar toe gaan ... Wat zeg je? vroeg Bertie dof.

Maar ter vergoelijking van die feilen strekt, dat hier, wat de hoofdzaak betreft, niet naar modellen, doch geheel uit eigene phantasie gearbeid werd.

"Als ik mij niet laat misleiden door de onzekerheid, de partijdigheid eener teedere herinnering, dan bestaat tusschen hen beiden een sterke gelijkenis, zoowel innerlijk als uiterlijk, dezelfde warmte van hart, dezelfde vurigheid van verbeelding en geest. Deze dame was eene mijner naaste bloedverwanten, reeds jong wees geworden, en onder de voogdijschap van mijn vader geplaatst. Wij waren bijna even oud, en van jongsaf speelgenooten en vrienden. Ik kan mij den tijd niet herinneren, waarin ik Eliza niet liefhad; en toen wij ouder werden, was mijn genegenheid voor haar zoo innig, dat u, die mij beoordeelt naar mijn tegenwoordigen triesten en vreugdeloozen ernst, mij wellicht niet tot zulk een sterk gevoel in staat zoudt kunnen achten. Haar liefde voor mij was, geloof ik, vurig als die van uwe zuster voor den Heer Willoughby, en niet minder ongelukkig, al was het door eene andere oorzaak. Toen zij zeventien jaren was, moest ik haar voor altijd verliezen. Zij trouwde werd tegen haar zin uitgehuwelijkt aan mijn broeder. Haar fortuin was aanzienlijk en ons familiegoed stak diep in schulden. Dat is alles, vrees ik, wat gezegd kan worden ter vergoelijking van het gedrag van hem, die haar oom en voogd was. Mijn broeder verdiende haar niet; hij had haar zelfs niet lief. Ik had gehoopt, dat haar genegenheid voor mij haar onder alle moeilijkheden zou staande houden, en een tijdlang was dit ook zoo; doch op den duur kon haar standvastigheid geen weerstand bieden aan de smart die zij moest verduren; want zij werd zeer hard behandeld, en hoewel zij mij had beloofd, dat niets... maar hoe ongeregeld is mijn verhaal! Ik heb u nog niet verteld, hoe het zoover kwam. Slechts enkele uren voor wij te zamen wilden vluchten naar Schotland, werden wij verraden door het bedrog of de domheid van de kamenier mijner nicht. Ik werd verbannen naar het huis van een zeer veraf wonenden bloedverwant en haar werd alle vrijheid, alle omgang, elk vermaak ontzegd, tot mijn vader zijn zin had gekregen. Ik had te veel op haar kracht vertrouwd, en de slag trof mij zwaar; doch als haar huwelijk gelukkig was geweest, dan had ik mij, zoo jong als ik toen was, er na eenige maanden mede moeten verzoenen; of ik had het althans nu niet behoeven te betreuren. Maar dat was niet het geval. Mijn broeder had haar niet lief; hij jaagde ongeoorloofde genoegens na, en van den beginne af heeft hij haar hard behandeld. Maar al te natuurlijk waren de gevolgen van die behandeling, in hun uitwerking op een geest, zoo jong, zoo levendig, zoo onervaren als die van Mevrouw Brandon. In het begin droeg zij gelaten haar ellende, en het zou gelukkig zijn geweest, zoo zij gestorven ware, eer zij de droefheid verwon, die de herinnering aan mij in haar placht te wekken. Maar is het vreemd, dat zij ten val werd gebracht, met een echtgenoot, die haar uitlokte tot ontrouw, en zonder één vriend, die haar raden of weerhouden kon? (want mijn vader stierf een paar maanden na hun huwelijk, en ik was met mijn regiment in Indië). Was ik in Engeland gebleven, misschien... doch ik meende beider geluk te bevorderen door haar voor lange jaren te verlaten, en met dat doel had ik om overplaatsing verzocht. De schok, dien ik ondervond bij het vernemen van haar huwelijk," ging hij voort, met een stem, die zijn heftige ontroering verried, "was gering, was niets, vergeleken bij wat ik voelde, toen ik twee jaren later hoorde, dat zij gescheiden was. D

"Ik hoop, Heer Abt!" merkte Reinout aan, die met deze vergoelijking weinig tevreden was, en als 't ware verlangde om aan alle woorden der Friezen een hatelijke uitlegging te geven, "ik hoop, dat gij van ons het tegendeel niet gelooft." "Sono due pazzi ," fluisterde Deodaat hem in 't oor; echter zoo zoetjes niet of Aylva had het gehoord.

Dit woord van Tacitus zou men tot tekst kunnen nemen voor eene lange lofrede op het Duitsche wezen, dat zich in den regel afkeerig betoonde van het lichtzinnige, en daarentegen het ernstige gaarne ernstig opvatte; dat een vijand was van vergoelijking, en het woord "frivolité" niet eens in zijne taal teruggeven kon.

dat men de ongehuwde moeder vertrappen mag in het slijk en tegelijkertijd met onbeschaamden blik den naam kan aanvaarden van den schuldigen vader; dat de ergerlijkste zedelijke misdaden van den man voor vergoelijking, vergeving vatbaar zijn, doch dat de vrouw, soms wegens een enkelen misstap, een verklaarbare zwakheid, veroordeeld en aan de verachting mag worden prijs gegeven.

Dieper echter in mijn leven doordringende, zag ik dat zulk een biographie een leugen zou zijn, misschien niet in den vollen zin van 't woord, maar dan toch een leugen als gevolg van het valsche licht, dat ik op de gebeurtenissen liet vallen, en van de opsomming van al het goede, gevoegd bij de verzwijging of vergoelijking van al het slechte.

Wilt u me eens verklaren, waarom ge die uitdrukking hebt gebruikt?" Nu had onze held geen eigenlijke bewijzen tegen den man en wist tot zijn verontschuldiging niets deugdelijks in te brengen; doch opeens schoot hem de reden te binnen, die de kapitein zelf indertijd tot vergoelijking der onbehoorlijke taal van meneer Sawbridge had aangevoerd.