Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 15 juni 2025


Wee dengeen, die het tot iets dwingen wil. Een volk laat zich niet dwingen. Dan laat het den opstand aan zich zelven over. De opstandelingen worden als pestzieken vermeden. Elk huis is een steilte, elke deur is een weigering, elke gevel is een muur. Deze muur ziet, hoort, maar wil niet. Zij zou zich kunnen openen en redden. Neen. Deze muur is een rechter, hij aanschouwt en veroordeelt.

En veroordeelt Hij niet alleen in het Huis des gebeds, maar ook in uw eigen woning. Hoogheid, die laag neerziet, en inbeelding, die minacht, wordt nooit tegenover den mindere door God den Heere geduld. Ook die houthakker, ook die waterputter is zijn schepsel, en door Hem op uw weg gesteld, opdat ge iets, niet van uw vernederende, maar van zijn opheffende ontferming aan hen zoudt oefenen.

Maar al uw have, op 't allerhoogst geschat, Is zeker nog geen honderd mark in waarde; En dus veroordeelt u de wet ter dood. ÆGEON. 'k Heb dezen troost, dat, als uw wil geschiedt, De zon, die daalt, voor 't laatst mijn jammer ziet. HERTOG. Spreek, Syracuser, meld mij nog in 't kort, Waarom ge uw vaderstad verlaten hebt, En wat gij hier in Ephesus kwaamt doen.

Uw verwarring veroordeelt u. 't Is duidelijk, dat gij niet Champmathieu heet, dat gij de tuchteling Jean Valjean zijt, die zich aanvankelijk onder den naam van Jean Mathieu verscholen heeft, welke naam die zijner moeder was; dat ge naar Auvergne zijt gegaan, dat gij te Faverolles zijt geboren, waar ge boomsnoeier waart.

Veroordeelt ten minste dezen man niet. Hoe! deze lieden herkennen mij niet! Indien Javert hier slechts ware! Hij zou mij herkennen!" De diepe, zachtmoedige treurigheid, welke in den toon dezer woorden lag, is niet te beschrijven. Hij wendde zich tot de drie galeiboeven: "Nu, ik herken u, Brevet! Herinnert ge u...?"

Want indien ons hart ons veroordeelt, God is meerder dan ons hart, en Hij kent alle dingen. 1 Joh. 3:20. Er is een innerlijk Getuige, die getuigt in uw binnenste, of ge goed staat of kwaad. Die Getuige getuigt reeds in een kind van twee, drie jaar; en misschien zelfs vroeger reeds, zonder dat wij het merken.

Mislukking, schande, armoede, smart, wanhoop, lijden, tranen zelfs, de gebroken woorden die over lippen in leed komen, wroeging die den mensch op doornen doet wandelen, schuldbesef dat veroordeelt, zelfverlaging die zich wreekt, ellende die asch op haar hoofd strooit, benauwing die een zak kiest voor haar kleedij en gal stort in haar eigen drinkwater, voor al deze dingen was ik bevreesd.

Zoo wordt ook de rechter, die niet uit Haat, Toorn enz., doch alleen uit Liefde voor het algemeen welzijn een schuldige ter dood veroordeelt, uitsluitend door de Rede geleid. Stelling LXIV. De kennis van het kwade is inadaequate kennis. Bewijs. St. VIII v.d. St. St. St. H.t.b.w.

"Welnu, deze gansche landstreek behoorde toe aan de Roodhuiden; wij hebben hun die gewelddadig ontnomen; en als zij zich nu daartegen verzetten, veroordeelt gij hen." "Hum! Wat ge zegt is waar: maar de Roodhuiden moeten weg; ze moeten uitsterven! dat is nu eenmaal zoo en niet anders." "Ja, zij sterven uit, doordien wij hen vermoorden.

"En die bende krijgsvolk, in zijn schip verborgen?" vroeg Adeelen, met bitsheid. "Waar zijn zij? Wie heeft die gezien? uitgestrooide praatjes, om 't slechte volk op te ruien. Hij zegt, hij komt als afgezant, en gij verscheurt zijn geloofsbrief: en gij veroordeelt hem onverhoord. Moet dan de Friesche naam een schandnaam worden?"

Woord Van De Dag

zelenika

Anderen Op Zoek