Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 29 juni 2025


Er kwamen meer en meer menschen binnen en Paul begon maar eens te vragen naar dezen en genen, dien hij zag zitten: "Is dat niet die?..." Het was hem nu een aangename gewaarwording dat de grog hem wat begon te benevelen en warm te maken; hij kreeg er de neiging door alleen nog maar een beetje gekheid te verkoopen, onzin te kletsen.... Eerst die wijn van-avond, en nu grog, hij was er niet aan gewoon in den laatsten tijd.... Maar het was wel lekker zoo, en gemakkelijk; hij wist, hij had altijd een vroolijken dronk, en het was toch maar het eenige zich in een roes te brengen, zich desnoods maar wat dronken te drinken, als hij dan wou blijven en meedoen.... Hij nam nog een grog, ging er lui en behaaglijk bij zitten, en langs z'n neus-weg moppen tappen, leuke verhalen doen, zoodat Louis dacht: Wat een rare vent toch! maar hij vond hem zeer genietbaar zoo.

Wel zeker, heel bedaard, maar, beste jongen, dat heb ik altijd gedaan ... ik leef altijd bedaard ... ik ga nu van-avond bijvoorbeeld waarschijnlijk weêr eens dood bedaard naar Josephine uit den Haag. De knecht kwam nu met een platina blaadje, waarop drie grocs américain stonden, die de heeren met een lucifer aanstaken, zoo als ze het in Parijs hadden zien doen.

Langzaam peuterde zij de knoopen uit de haren los en gooide ze allemaal naar achteren. Zij hoorde niets meer dan het gezuis van de gasvlam vóór haar. Zij dacht er aan dat haar vader ook al naar bed moest zijn gegaan. Zij keek naar de zoldering en zag de zware schaduw van haar ledikant. Zij vond, dat van-avond de dingen op haar kamer zoo vreemd en koud waren als anders nooit.

, het was drukkend warm van-avond. De warme lucht werd haar als uit open monden om het hoofd geblazen. Die tijd was lang voorbij, ja, heel lang. Waaraan dacht zij toen ter tijd ook weêr zooveel, gedurende al die verdroomde uren? Ja, dat wist zij niet meer, het waren wel mooye dingen, maar het was te lang geleden, dan dat zij 't zich nog kon herinneren.

Het duurde niet lang.... Dan: Annie was er, die het interessant maakte te blijven.... Hij zou met haar kunnen praten..., haar in de oogen kijken, wat zoo'n heerlijk-diepe ontroering gaf.... Hij had ál den tijd; hij had vacantie; werken kon hij hier toch niet.... En Louis moest iedren dag op kantoor zijn.... Hij zou misschien wel eens met haar kunnen wandelen, alleen met haar, zij aan zij met haar, en dan praten, vertrouwelijk.... Hij zou dan ook van-zelf te weten komen, 't zou hem klaar worden, welken indruk zij eigenlijk op hem gemaakt had, wat dat was geweest, van-avond, die opgewondenheid....

Ik had mevrouw Berlage toch zóo gevraagd me te schrijven of alles thuis goed in orde was en ik heb haar toch duidelijk gevraagd om me hier-na-toe te schrijven, om dat dit het laatste adres op onze reis was. Nou, misschien komt er van-avond nog wat. En hij gaf haar de sla aan, die, met den ròsen en glibberigen zalm het volgend gerecht uitmaakte.

Dan vroeg zij of zij van-avond weêr op hem rekenen moest met de deur, waar dan de ketting niet werd op gedaan. Hij andwoordde onzeker. Dientje verzocht wel de komplimenten aan mevrouw. Daar had zij altijd den mond vol van. Zij kon, dik en medelijdend, met een welgedaan, gezond hart, onder de strakke paarse jurk, niet hebben, dat mijnheer niet elken avond naar buiten ging.

Kindlief, wat ben ik trotsch op je, zeî Jozef! we zullen dansen als razenden, want jij wilt 't om mij, en van-avond, als de menschen wech zijn, zal ik je voeten zoenen, tot je niets geen pijn meer voelt. Je bent goed ... ik hoû van je, ik hoû van je, andwoordde ze, en dadelijk hierna: daar zijn ze eindelijk! Zij hoorde de gasten aankomen. In den gang wandelde een gehuurde knecht.

Dat een broer van hem dat daar liep te vertellen en dat hij 't had over dat meisje van van-avond. Hoe kon iemand zoo oneerbiedig spreken over háár! Aldoor zag hij Annie voor zich met haar oogen van één-en-al ziel, met haar weemoedig-onschuldigen mond. En hij liep daar maar vriendelijk naar te luisteren, en knikte, en beaamde.

Hij zei nu alleen nog: "God, kerel!... ik twijfelde waarachtig aan niets.... Het kwam alleen maar even in me op, van-avond, je daar zoo 's op den man af naar te vragen.... Als broer mag dat toch wel, niet waar?.... Als jij er niet op terug gekomen was, had ik er niet over gesproken...." Dat was waar, Paul wist het.

Woord Van De Dag

verduldige

Anderen Op Zoek