Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 11 juni 2025


Juist daarop had Ala gerekend: de onvoorzichtige Radsjpoet zag zich plotseling overvallen en als gevangene naar het muzelmansche kamp gevoerd. Groot was de verslagenheid in Tsjittore, toen men den volgende morgen vernam, dat Ala zijn gevangene niet wilde loslaten, tenzij hem de prinses werd uitgeleverd.

Zij werd aan de Belgische justitie uitgeleverd evenals de bordeelhoudster van Riga en beide vrouwen werden tot vele jaren tuchthuis veroordeeld te Brussel, terwijl het bordeel werd opgedoekt. De Oostenrijksche bordeelhoudster, destijds hier gevestigd heette Anna Tabatz, hare collega uit Riga Alexandrina Rabuchin. Te vinden in een Duitsche correspondentie in een Handelsblad van den zomer 1899.

Briseis is de dochter van Calchas. Haar vader heeft de Trojanen verlaten en zich bij de Grieken aangesloten, maar zij is te Troje achtergelaten en tussen haar en Prins Troilus is er een zekere verstandhouding. Zij is schoon, vriendelik, zachtaardig, hij is elegant, opgeruimd en zacht, met ogen die van vreugde en tevredenheid schitteren. Maar wanneer er gevangenen uitgeleverd zullen worden, verlangen de Grieken dat ook de dochter van Calchas teruggezonden zal worden en de Trojanen moeten dat beloven. Briseis is wanhopend, de laatste nacht brengt zij met Troilus onder omhelzingen en tranen door; met die tranen die uit de ogen neerstromen vermengen zij hun kussen, zoals zo dikwels in de Griekse romans. Twee gelieven te scheiden, roept de dichter vol medelijden uit, is een zonde daar men hard voor moet boeten. De volgende morgen moet zij nu alles inpakken, zij kleedt zich in haar fraaiste plunje haar kleed is uit Indië, het heeft zeven kleuren gaat van alle koninklike prinsessen afscheid nemen en trekt weg door verscheidene prinsen vergezeld. Troilus houdt de leidsels van haar paard vast. Bij het afscheid beloven Troilus en zij elkaar eeuwig trouw, maar de dichter voorspelt dat zij hem spoedig vergeten zal; kuisheid en schoonheid gaan zelden samen, zegt Salomo. Nu komen verscheidene Griekse ridders haar tegemoet, o.a. de elegante Diomedes. Hij wordt dadelik op haar verliefd en terwijl zij samen verder rijden, biedt hij haar aan haar ridder en vriend te worden, als zij nu eenzaam onder al die vreemden zal zijn; nog nooit verzekert hij heeft hij aldus tot een vrouw gesproken, zij is de eerste die indruk op hem heeft gemaakt en hij wil alles doen om haar in haar smart te troosten. Maar Briseis antwoordt hem dat zij terecht zéér lichtvaardig zou schijnen, indien zij een man die zij in 't geheel niet kent, haar liefde schonk; liefde brengt ook veel ongeluk mede, »tegen éen die lacht zijn er zes die wenen" en de mannen bedriegen een meisje zo licht. »Maar gij zijt van hoge geboorte en welopgevoed en indien ik ooit iemand zou liefhebben, zou het niemand anders zijn dan gij!" Diomedes stelt zich, vrij natuurlik, hier mede tevreden, hij ziet nu wel dat zij »n'esteit mie trop salvage". Hij begeleidt haar nu naar haar vader's tent en neemt dan afscheid. Nu komen er vele Grieken haar een bezoek brengen die Briseis zeer beleefd ontvangt. Er zijn nog geen vier dagen vervlogen of zij voelt al geen lust meer om terug te keren. Maar kort daarop verovert Diomedes het paard van Troilus en zendt het haar als een groet van haar vroegere vriend, een courtoisie die haar toch wel wat grof lijkt; zij laat hem antwoorden dat Troilus een beter ridder is dan hij en zijn beurt wel komen zal. Maar, voegt zij er bij, zij kan niet haten zo als zij moest, hem die haar lief heeft. En 't duurt ook niet lang voor Troilus op zijn beurt het paard van Diomedes machtig weet te worden en Diomedes, meer en meer verliefd, laat zijn hoofd nu hangen, zo treurig er uit ziende als een sperwer bij 't ruien. Briseis merkt wel hoe hij lijdt, maar zo is nu eenmaal de aard van de vrouw, dat, wanneer zij merkt dat gij haar lief hebt, dan werpt zij u alleen maar aanmatigende blikken toe, en hier, zoals zo dikwels, stoot de dichter een harte-zucht voor eigen rekening uit. Maar intussen, Briseis zou eigelik graag Diomedes het paard van Troilus terug gegeven hebben, als dat maar aanging, opdat hij zich wederom in de strijd zou kunnen onderscheiden zij wil het zelf ook eigelik graag kwijt, daar de Grieken de spot drijven met dit geschenk dat zij op zulk een eigenaardige wijze van haar vroegere geliefde gekregen heeft; eindelik slaagt zij er in hem op een fijne manier onder de vorm van een plagerij, aan Diomedes zijn geschenk terug te geven. Nu voelt zij zich gelukkig, dat zij hem helemaal in haar net gevangen heeft en schenkt hem ook nog haar mouw als banier. »Van nu af merkt de trouvère op moet 't Troilus duidelik zijn dat hij niet meer op haar liefde staat kan maken." Troilus wordt dan ook razend van woede wanneer hij bij het gevecht Diomedes met die banier ziet, die hem 't duidelikst bewijs is van de trouweloosheid van zijn geliefde, en onder ruwe scheldwoorden aan haar adres, houwt hij op haar nieuwe ridder los. Lelik gewond wordt Diomedes naar huis terug gebracht, maar nu houdt Briseis zich ook niet langer in: zonder zich aan bedreigingen van haar vader of aan de praatjes te storen, ijlt zij naar de tent van de zieke. Onderweg heeft zij een hevige innerlike strijd te doorstaan, zij noemt zich zelf trouweloos, »om mijnentwil zullen de vrouwen heel wat over hun valsheid moeten horen, en het is wel waar dat mijn aard wel wat

Toen gebeurde het, dat hij na een jaar weer in dezelfde stad kwam, waar hij de koningsdochter van den draak verlost had; maar nu was de stad met scharlaken rood behangen. »Wat beduidt datvroeg hij den waard, »voor een jaar was de stad met zwart floers behangen, en waarom nu met scharlakenDe waard antwoordde: »Voor een jaar moest 's konings dochter aan den draak worden uitgeleverd, maar de maarschalk heeft hem bevochten en gedood, en nu wordt morgen hun huwelijk gevierd; daarom was verleden jaar de stad met zwart floers behangen, en heden met rood scharlaken, omdat het feest is

Evenals Dem. en om dezelfde redenen werd hij door Alexander na de verovering van Thebe opgeëischt, maar niet uitgeleverd; ook aan den lamischen oorlog nam hij deel, en na den ongelukkigen afloop er van vluchtte hij naar Aegina, waar hij gevat en op bevel van Antipater ter dood gebracht werd . Van zijne redevoeringen zijn er in de vorige eeuw zes in Egypte teruggevonden.

Gij moet meer dragen dan uw lieveling, en ge zoudt het geestelijk leven van uw kind neerdrukken, zoo ge op den Sabbath van uw kind vergdet, wat ge vergen moogt en moet van uzelf. Maat zij er dus; maar uw volle maat worde dan ook uitgeleverd, en daarbij de regel in acht genomen, dat die maat dijen moet bij het klimmen uwer jaren.

De Bamboesnijder kwam waggelend nader, om aan het bevel te gehoorzamen, en kreeg voor zijn moeite niets anders te hooren van den aanvoerder van het Maanvolk, dan een toespraak, die begon met: "Gij dwaas," en die eindigde met een bevel, dat de Edele Vrouwe Kaguya zonder eenig vertoef zou worden uitgeleverd. De wagen dreef omhoog op de wolk, totdat hij over het dak zweefde.

Albion heeft Napoleon niet aan Frankrijk uitgeleverd om met hem kort recht te maken evenals later met Ney en de Labédoyère; maar wraak genomen heeft het wel, wraak op een wijze, die zelfs thans nog een ieder weldenkend en niet door blinden haat vervoerd mensch, met afkeer en walging vervult, die door alle eeuwen heen een schandvlek zal blijven op Albions historiebladen.

Atilius Serranus in 136, dat de consul C. Hostilius Mancinus, die den vernederenden vrede met de Numantijnen had gesloten, aan de vijanden zou worden uitgeleverd. Furiae, z. Erinnyes. Fur. Medullinus, leverde als legaat van M. Furius Camillus tegen diens wil slag aan de Volscen en werd door Camillus nog van den ondergang gered. Fur.

Gij weet, dat het zijn recht was als overwinnaar het vonnis te vellen niet alleen, doch dat hij het ook op staanden voet had kunnen doen voltrekken. Doch opdat de wereld later niet zou kunnen zeggen, dat daarbij oneerlijkheid was gepleegd, heeft hij zijne gevangenen aan mij uitgeleverd en de uitvoering van het vonnis aan u en mij opgedragen.

Woord Van De Dag

zelenika

Anderen Op Zoek