Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 19 juli 2025
"Zoo wil ik," begint Alfred weder, die zich inmiddels op de Mookerheide wenscht: "zoo wil ik, tot inkeer gekomen, mijne dwaling...." "Fielterij!" schreeuwt de baron. "Mijne.... fiel.... terij," hervat Alfred: "trachten goed te maken, en bied dus het door mij beleedigde meisje...." "Kom naderbij, Mie, Trijntje, of hoe je heeten moogt, valt de baron weder in, terwijl hij Doortje aanziet.
Koo ging op den bok zitten met de Zondagsche spullen aan. Hij zou grootvader, grootmoeder, moeder en vader met het gerij naar de kerk brengen, die veel te ver was, om er heen te loopen. Het was stil op de boerderij, alles blonk tegen je aan tot zelfs het straatje voor de deur glom op zijn Zondags. De kinderen stonden voor het hekje met Trijntje de huismeid en wuifden de vertrekkenden na.
Hij bevond er zich wel bij, had schik in alles, maakte Trijntje nu zijn compliment over haar zilver, dat als spiegelglas blonk, bewonderde het fijn damasten tafellaken, dat den slag van Praag voorstelde en dat zeker al in menige aanzienlijke familie dienst had gedaan eer het in de linnenkast van het dorpslogement was terechtgekomen.
Trijntje bracht nu een enkelen plat-doux en het eenvoudig dessert binnen, met de bijvoeging: »dat de heeren maar schellen moesten als ze nog wat anders bliefden." Frits kon niet nalaten haar een paar vragen te doen omtrent den gang van het groote diner en of zij ook zoo omtrent nagaan kon wanneer dat afgeloopen zou zijn. »Gunst neen, mijnheer! daar is nu nog niets van te zeggen.
Nogmaals vernemen wij nu van Janboer en Trijntje een: "Sloap wel!" en niets treft meer onze ooren, dan het onophoudelijk tik, tik, tik, der staande klok met de scheepjes. Op ongeveer twintig schreden afstands van Janboers woonhuis met achterdeel, stond de groote of hooge schuur.
De beide meisjes spraken fluisterend met elkaar, totdat Trijntje opsprong. "Daar ben ze!" Zus werd door den schok wakker. Ze droomde dat Tony in het water viel en toen Trijntje haar op den stoel voor de bedstee neerzette, riep ze: "Désiré, help dan toch." De hond was ook ontwaakt.
De boeren hadden liever een flinken, stevigen kerel dan den gebrekkigen Kees, zooals hij altoos genoemd werd, zoodat hij alleen in den druksten tijd in het genot van verdienste was. Tengevolge van zijne gestadige werkeloosheid moest Trijntje, zijne vrouw, eigenlijk het brood verdienen voor het geheele gezin, dat gelukkig niet groot was, daar Jan alleen nog maar een klein zusje had.
"Nou, heerschop!" is zijn woordenrijk antwoord, "de lui willen zoo veul zeggen; 't zou er kwed uitzien as we 't alles leuven wouwen; ik zel niet zeggen dat ze niet rais deur een borst is ansniejen; maar trouwen, zel ik mær zeggen: nien! dat laikt er niet nee." "Heije je nou al bedocht, Trijntje?" vraagt de koopman. "Nou jæ," zeit Trijntje: "geef me een kloentje zwart garen."
"Och, help mien Jozef, as 't niet te laat is," smeekte de goede Trijntje. De geneesheer trad dadelijk op den lijder toe; sloeg hem aandachtig gade; voelde zijn pols, en verklaarde dat er volstrekt geen gevaar bestond: "De patiënt heeft rust noodig," sprak hij, "hij is niet zonder koorts, maar gepaste middelen en rust zullen hem, met Gods hulp, wel spoedig weer in orde brengen."
Honig, te Zaandijk, en diens overledene echtgenoot, Neeltje Leeghwater, welke was eene dochter van Louwrens Leeghwater en Aaltje Ouwerijk, en eene kleindochter van Cornelis Louwrensz. Leeghwater en Trijntje Peper. Behalve deze leeft er te Wormerveer, in den ouderdom van 80 jaren, een Jan Louwrensz. Groot, wiens moeder mede Leeghwater genaamd was.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek