United States or Chile ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Tot nog toe heb ik echter enkel helder water, zonder eenige bijzondere kleur gezien." "Zonder twijfel; maar als gij verder de zee inkomt, zult gij die zonderlinge tint opmerken. Ik herinner mij de golf van Suez bij Tor geheel roodgekleurd te hebben gezien, even alsof het een meer met bloed was." "En schrijft gij die kleur aan mikroskopisch fijn zeewier toe?"

Ik zag duidelijk een hoogen berg, die boven de kaap uitstak; het was de Horeb en de Sinaï op wiens top Mozes God van aangezicht tot aangezicht had gezien, en dien men steeds voorstelt als door bliksemstralen omhuld. Om zes uur ging de Nautilus, dan eens op, dan onder het water, voorbij Tor, dat achter in een baai ligt, welker water rood gekleurd schijnt, zooals de kapitein reeds gezegd had.

En achter 't eikenhout, dat, vol van geuren, Met groen der duinen blonde glooiing dekt, Lag, scheem'rend als een zee van zilverkleuren, Het boekweitland in vollen bloei gestrekt. Daar had zich al wat vleugel droeg vereenigd, Des zomers honing zaam'lend als zijn buit: De bij, de tor, de vlinder, en die menigt' Gonsde', één in vreugd, haar lied van 't leven uit.

"Naar La Bessée afdalende, verwarden wij ten onrechte deze piek met den bergtop, dien men, van dit punt, tor linkerzijde van den Pelvoux aanschouwt. De beide bergen gelijken zeer veel op elkander, zoodat eene vergissing licht mogelijk is. Hoewel deze berg aanmerkelijk hooger is dan de Wetterhorn of de Monte-Viso, voert hij toch geen bijzonderen naam: wij noemden hem Piek-zonder-Naam.

Beiden zochten, na hunne roef verlaten te hebben, een eenzaam plekje op, om het meest gunstige oogenblik af te wachten. Vooral moesten zij vermijden, dat zij gezien werden. De Albatros, aan eene reusachtige tor gelijk, gleed zacht over de groote stad. Zij doorliep de lijn der boulevards, welke toen zoo prachtig verlicht waren met de electrische toestellen van Edison.

't Boek gauw op de bank gelegd en toen neergehurkt bij de tor. "Wat loop je vlug," dacht Hans. "Wacht eens even, dat ik je beter bekijken kan!" Maar het diertje was hem te gauw af, 't verdween op eens in een gaatje. Hans richtte zich weer op. Daar viel zijn oog op een paar voeten, die onder en een paar handen met een bovenstuk van een hoofd, die boven het tuinhek uitkeken.

»Neen, ik zie geen tor, en 't is niet waar ook. Er zit geen tor in.» »Nu, ik wèlzei Bob met overtuiging. »Maar jij kunt het beest ook niet zien, omdat je er niet doorheen kunt kijken. +Ik+ zeg je, dat er een tor in zit.» »'t Is nietzei Mie ongeloovig. »'t Is wèlhield Bob vol. »Ik wil wedden, dat jij het smerige dier op je pannekoek krijgt.» »'t Is niet!» »'t Is wèl waar!

Tom sloot den schallebijter in de percussiedoos, waarin onlangs de tor gevangengezeten had en de knapen namen afscheid van elkaar, beiden gelukkig in het bezit van een nieuwen schat. Tom bereikte het kleine eenzame schoolgebouw, waar hij met veel lawaai binnenstapte, hing zijn hoed aan een kapstok en ijlde naar zijne plaats.

Ik werd er geheel door verbijsterd, Sarah meed mij nu, maar zij en Mary waren in dezen tijd onafscheidelijk. Nu eerst zie ik, hoe zij samenspande en mijn vrouw tegen mij opzette, maar destijds was ik zoo'n blinde tor, dat ik daar niets van begreep.

Voeten, handen en hoofd waren van een kleinen boerenjongen. Wat moest die daar? Waar zou hij zoo nieuwsgierig naar kijken? Naar de bloemen in den tuin? Och, wat geeft nu zoo'n boerenjongen om bloemen. Naar de tor keek hij toch zeker ook niet. "Maar waar zou wacht, 'k weet het: natuurlijk kijkt hij naar mij!" dacht Hans trotsch.