Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 4 september 2025
De Raadsheer legde zijne hand op Toms hoofd, noemde hem een aardig kereltje en vroeg hem, hoe hij heette. De jongen stamelde, hijgde naar adem en stootte eindelijk uit: "Tom!" "Neen, niet Tom, niet waar? Gij heet....?" "Thomas!" "Juist. Maar er behoort nog nog iets bij. Gij hebt toch ook een geslachtsnaam, niet waar en dien wilt gij mij immers wel mededeelen?"
"Ja, Vader," zei Tom lachend, "handen en zakken leeg; maar" en op eens nam hij de lamp in de ééne hand, trok zijn' vader met de andere hand bij de mouw mee en bracht hem door de gang naar buiten bij de kar, "maar eene kar vol!" De vader wist niet, hoe hij het had: hij kon, hij durfde haast niet te gelooven, dat in die zakken zijn geld was, zijn heele verloren rijkdom!
Dit gesprek tusschen Miss Ophelia en Tom had tusschen tien en elf uur in den avond plaats, toen zij, nadat zij al hare beschikkingen voor den nacht gemaakt had, de buitendeur ging sluiten en Tom onder de veranda vond liggen. Zij was niet zenuwachtig of lichtgeloovig; maar zijn tegelijk plechtige en hartelijke toon ontroerde haar toch.
In de diepte van zijn eigen liefderijk hart had hij iets van de volheid der goddelijke liefde kunnen bevatten, want een oud orakel had aldus geschreven: "Hij die in de liefde blijft, blijft in God en God in hem." Tom hoopte en vertrouwde, en was gerust.
"O, dat hoeft niet, als ik dat deed, zou Pop op een goeden dag terugkomen en er zijne klauwen op zetten, om er spoedig een eind aan te maken. Wat doe jij met jouw part?" "Ik koop een nieuwe trom, een sabel, een roode das, een groote poppenkast en ik ga trouwen." "Trouwen?" "Ja zeker." "Tom, ben je mal, of wat scheelt je?" "Wacht maar: je zult het zien gebeuren."
Maar Tom ziet het en in een oogenblik is hij tot vlak bij het vrouwtje geslopen, dat met den rug naar hem toe staat. Vóórdat ze er iets van merkt, heeft hij den sleutel ook al te pakken, en in een' wip is hij er de deur mee uit. Nu bekijkt hij den sleutel eens goed en ja wezenlijk: hij is het! Wat die Tom zich in de handen wreef!
"Neen, doe jij het zelf, Tom." "Ik, ik kan het niet doen, Huck." "Och, als je blieft, Tom. Daar begint het weer." "O Hemeltje, wat ben ik blij," fluisterde Tom. "Ik ken zijn stem: het is Harbisons hond." "O, dat is gelukkig! Zal ik je eens wat zeggen, Tom? ik was zoo bang, dat het een verdwaalde hond zou zijn." De hond begon weder te huilen en weer ontzonk den jongens de moed. "O wee!
Op het benedendek zat onze vriend Tom met zijne armen over elkander, en keek van tijd tot tijd angstig naar een groep aan den anderen kant van de boot. Daar stond de bevallige Evangeline, een weinig bleeker dan den vorigen dag, maar anders zonder eenig spoor van het ongeluk dat haar getroffen had.
"O, Tom, zij zien in het donker als katten. Ik wou, dat ik nooit gekomen was." "O, wees niet bang; ik geloof niet, dat ze ons zullen plagen. Wij doen geen kwaad. Als wij ons doodstil houden, zullen ze misschien niet op ons letten." "Ik zal mijn best doen, Tom; maar o hemel, ik beef als een riet!" "Luister!" De jongens hielden hunne hoofden bij elkaar en haalden ternauwernood adem.
Jij hebt gisteren driemaal je sprong gemist. Weet jij dat wel, hè?" Het rietje zwiepte door de lucht. "Je moest strieps hebben. Rechtop, Minca! Hier Jack! Moet ik je afstraffen?" Tom blafte binnensmonds en wuifde met zijn pluimstaart. "Nou! kom dan maar hier, bij den baas! Je bent anders de kwaadste ook niet."
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek