Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 19 juni 2025
»Wat schort u, zuster?" riep de jonge Atossa, eer Cambyzes had uitgesproken. Nitetis was bewusteloos in hare armen neêrgezegen. Zij trachtte haar bij te brengen, door het voorhoofd met wijn te bevochtigen. »Wat scheelt u?" vroeg de blinde Cassandane, als de bruid van den koning na weinige oogenblikken tot zichzelve kwam. »Welk eene vreugde, welk een geluk, o Tachot!" stamelde Nitetis.
"Ik, ik?" stamelde het andere jonge meisje. "Ik denk dat wij beter doen met hoegenaamd niets te denken." "Zijn wij dan geene menschen meer?" vroeg Brigitta met eene soort van verontwaardiging in de oogen. "Eilaas, ja", was het antwoord, "maar ik weet nog dat ik, voor drie jaren, eens door eenige stoute woorden liet hooren dat ik zulks geloofde.
Zij leunde tegen hem aan, sloeg haar armen om zijn hals en schreide met het mooie hoofdje op zijn schouder. Och, arme dichter, sterkste en zwakste onder de menschen; niet om uw hals moesten die blanke armen rusten. "Als ik het geweten had," fluisterde zij, "dan had ik den ouden nooit genomen. Ik heb je van avond gezien. Zoo is er geen ander." Maar met bleeke lippen stamelde Gösta: "Ferdinand."
Ze dacht: hij herkent mij nog, ik ben nog niet geheel veranderd. En die gedachte troostte haar uitermate. Lieven stamelde: Mijn kind, ik moet u vergiffenis vragen .... maar weet dat ik nooit opgehouden heb u met al mijn hart te beminnen. En nu .... Zwijg, vezelde ze minzaam, wat zoude ik u te vergeven hebben?.... Wanneer ge weer goed zult zijn, zal
De Celles echter gaf stilzwijgend François een wenk en in 't zelfde oogenblik smeet de knecht den onthutsten jongen de deur uit... »Neem me niet kwalijk..." stamelde Jakob verbouwereerd, want hij was juist tegen een voorbijganger aan gekomen. Tegelijkertijd echter zag hij, dat het mijnheer Vermaat was.
Hij hief het hoofd op en beschouwde met zekere onaangename verrassing deze slechtgekleede vrouw. Zonder op te staan, zeide hij: "Komt gij om werk op de fabriek, vrouw? Bied u morgen op het bureel aan; ik zal zien of er plaats is voor u. Nu kan ik u dit niet verzekeren." "Ik wenschte M. Damhout te spreken," stamelde de vrouw. "M. Damhout? Die ben ikzelf."
Ze barstte uit in luid gejammer, weenend en snikkend hopeloos, en, al stortte thoope gansch haar sterk besluit, al sleerde ze weg, met lijf en ziele, in 't vorig slameur van passie en gevoelerigheid, ze stamelde, benauwd, verloren: Niet ... niet meer gaan ... niet meer ... niet-meer.... Ze drukte koortsig haar hoofdkussen in hare armen. Ze was 's anderendaags vroeg te been.
Ik verloor bij die aanspraak het hoofd, wist van verlegenheid niets te zeggen, stamelde een paar woorden, die ik mij niet meer weet te binnen te brengen of zij in het Engelsch of in het Fransch waren, en gaf daardoor zeer ten onrecht den indruk van een zeer zedig jong mensch te zijn.
Zij kon het niet meer onderscheiden, want het was donker geworden in heur vertrek en het licht brak reeds in haar oog; alleen de gele glans van een lantaren, vlak voor de huisdeur, viel dof binnen. Maar zij stelde zich de beeltenis voor, zij betastte het ronde stukje karton, en zij kuste het, kuste het herhaaldelijk. O Otto! stamelde zij, reeds zwaar en loom.
Het is goed dat ge dat meevoelt. Hij stamelde, heel week wordend: Ja, het is goed ... het is goed.... Hij maakte ervan, zonder goed in te zien, een groot ongeluk, en zijn herte was er vol mee. Hij probeerde aan het kindje te denken, dat hij nooit gezien had, en aan Madeleen, die hij nooit gezien had. Hij dierf dat nu doen, in de aanwezigheid van Goedele en buiten 't bereik van zijne vrouw.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek