Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 19 juni 2025
"Piet!" ... "Ja, Piet!" "Piet Bathory?" stamelde Silas Toronthal. "Geeft het graf dan zijn prooi terug?" Hij zou voorzeker van ontsteltenis omver gevallen zijn, wanneer Kaap Matifou hem niet onwrikbaar overeind en op zijne plaats vastgehouden had. Die kolossus verwrikte niet.
Hij zat nu in een herberg zijn eigen te betasten en met langzame proefnemingen de zekerheid op te doen dat hij nog armen had en beenen en een hoofd. Zonderling grijnzend lachte hij de waardin tegen die, gelijk een afschuwelijk gevaarte, naar hem toe stapte. "Dat zijn dingen, hee?" stamelde hij onnoozel.
Hij omvatte hare leen en drukte haar lijf zoetekens tegen het zijne. Ze blikte naar hem dankbaar op en hij zag een vluchtige straling opflikkeren in hare oogen. Weent ge? Ze boog haar hoofd diepe aangedaan en schudde 't nadien ontkennend. Ze stamelde: Het is hier alles zoo plechtig, zoo heerlijk....
John Cort en Max Huber snelden naar den oever en staken hem hunne hand toe. "Maar Llanga, wat doe je nu!" riep Max. "Een kind ... dat bijna verdronken was", stamelde Llanga. "Een kind!" herhaalde John Cort, zeer verbaasd. "Ja ... ja." En Llanga knielde neer bij het wezen dat hij gered had. Max Huber keek er eens naar en riep: "Maar dat is geen kind!
"'t Is waar", stamelde zij verward, "'t is waar, daar was een man in mijn kamer .. Ik wist het echter niet, bij God, ik wist het niet!" Met een uiterste wilsinspanning hernam zij haar kalmte; zij scheen er zelfs spijt van te hebben dat zij gepoogd had zich te verdedigen.
Maar hare armen zonken neerwaarts en haar bloed deed een smertlijken ommedraai. Over hare wangen rolden twee tranen, die ze niet had kunnen verdringen en die nu in de hoeken van haar lippen haperen bleven. Ze stamelde, haar gezicht verwringend tot een treurigen glimlach: Ho!... ja ... zoo!...
Goed, goed, stamelde hij, nu oploopend naast haar. Maar ontroof ik je aan niemand? Misschien wacht iemand je. Je bent misschien in dien tijd ... getrouwd. Zij dwong zich hem geheel en al aan te zien, met haar zachten glimlach: eene bleeke lieftalligheid, die droef-liefjes om hare lippen zweemde, en hare stem was zacht blank, zonder veel belangstelling.
"Alfonso Linares, het petekind van uw zwager..." stamelde het jongemensch. Padre Dámaso wierp het lichaam naar achteren, sloeg den jongen man nog eens met aandacht gade, en, terwijl zijn gelaat verhelderde, stond hij op. "Dus jij bent het petekind van Carlicos!" riep hij uit, en omhelsde hem. "Kom, laat me je omhelzen... een paar dagen geleden heb ik een brief van hem gehad... dus dat ben jij!
"En ik... en ik... als er soms een grijsaard noodig is..." stamelde een ander, en richtte zich met majesteit op. "Aangenomen! Aangenomen!" klonk het van verscheidene kanten. De "teniënte mayor" was bleek van ontroering; zijn oogen vulden zich met tranen. "Hij huilt van spijtigheid!" dacht de onwrikbare behoudsman, en hij schreeuwde: "Aangenomen, aangenomen zonder diskussie!"
"Welnu, wat heeft dat te beduiden?" riep John Watkins geërgerd over dat onverwacht gedrag uit. Hij zat aan tafel tegenover Hannibal Pantalucci en was bezig met dien akeligen grappemaker een partij piket te spelen. "Vergeef mij, miss Watkins!" stamelde Cyprianus, geheel uit het veld geslagen door zijne onbetamelijke daad, hoewel hij van vreugde straalde. "Ik voel mij gelukkig!
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek