Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 25 mei 2025
In den wind, die door het want suisde, klonken hem de stemmen van bovenaardsche wezens tegen, nu eens lispelend, jolig en blij, dan weer weemoedig, huilend, snerpend.
Kordaat schoot-ie in z'n broek, liet de bretels wild bungelen en z'n zakmes openend, dat snerpend van bloeddorst in 't kaarslicht spetterde, liep-ie de loopertrap op. Zij, achter 'm, half-stikkend van adem-proestinkjes, schokkelde mee, de dansende kaars in 'r handen. De vlam belichtte de geel-eeltige voetballen van Kobus, de koperen roeden. Hoe hooger ze kwamen, hoe vreemder 't gerucht werd.
De trein floot, snerpend; siste.... De bel werd weer geluid.... Langzaam met doffe schokken begon het rommelend gerader.... Hij bleef zitten in z'n hoek, tot kwart over achten. Toen liet hij zijn valies daar staan, liep het station uit, en, bijna op een draf, naar da Aert-van-Nesstraat.... Het was weer een dampig-zoele avond....
Even na vijf uren doorboorden als het ware schrikkelijke losbarstingen plotseling dien dikken mist. Daaromtrent kon niemand zich vergissen. Dat waren geene donderslagen, maar de korte, afgebroken knallen van geschutvuur. Snerpend gefluit werd in de lucht vernomen. Een kreet van schrik ontsnapte aan ieders mond.
WAARD. Hoe zoo? is het instrument valsch besnaard? JULIA. Dat niet, maar hij speelt zoo valsch, dat hij de snaren van mijn hart pijn doet. WAARD. Gij zijt fijn van gehoor. JULIA. O, ik wilde, dat ik doof was, want dit doet mijn hart zoo bonzen. WAARD. Ik merk het wel, gij houdt niet van muziek. JULIA. Volstrekt niet, als zij zoo snerpend is. WAARD. Hoor, welk een mooie overgang in die muziek! 68
Hij had nu eindelijk, voor 't eerst sinds dagen, nog eens de vrije lucht gezien en wilde die ook blijven zien; en al dadelijk begon hij weer te krabben en te neuspiepen en te janken, eerst matig nog, met tusschenpoozen, doch van lieverlede harder en aanhoudender, tot het weldra ontaardde in een snerpend noodgejammer en geblaf, dat onuitstaanbaar werd.
Op den top was de wind snerpend koud; toch kon ik niet nalaten eenige minuten stil te houden, om telkens weer de kleur van den hemel en de prachtige doorschijnende lucht te bewonderen. Het was een indrukwekkend schouwspel. In het westen vertoonde zich eene fraaie, dicht opeengedrongen groep van bergen, door diepe ravijnen gescheiden.
In het late voorjaar kwamen er nog een paar heel gure dagen; de zwakke kinderen leden er onder en in een snerpend kouden nacht werd zij wakker door het gekreun van Mary Wren, die hevige kiespijn had. "O, het spijt me zoo dat ik u wakker heb gemaakt, maar ik kòn mij niet meer inhouden; ik heb zoo'n pijn, zoo'n pijn en ik ben zoo koud!" kermde het arme kind, toen Hedwig bij haar bed kwam.
Hoe zou het hem ook in de gedachten komen, te wenschen, zelf zoo mooi te zijn? Het zou al blij geweest zijn als de eenden hem maar in haar midden geduld hadden, dat arme, leelijke beest! Het werd winter. Het was koud, snerpend koud. Het eendje moest in het water rondzwemmen om te maken, dat dit niet heelemaal dichtvroor; maar met iederen nacht werd het gat, waarin het zwom, al kleiner en kleiner.
Hij rammelt met de zolderluiken, fluit een snerpend lied op een gebroken vensterruit of draait den windwijzer op het dak van de kerk heen en weer, tot hij steunt en knarst, zoodat de kraaien in den toren onrustig worden en eindelijk angstig heen en weer vliegen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek