Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 2 mei 2025
Weer wordt een naam afgeroepen. "Jacques Cazotte!" De deur knarst open en een grijsaard verschijnt. Lange zilverwitte haren golven hem op de schouders neer. Hij is reeds twee en zeventig jaar oud. Als schrijver had hij een grooten naam verworven, wat niet belet had, dat hij als koningsgezinde in den kerker geworpen werd.
Aan de rivier en de havens sist de stoom, knarst en rommelt en giert het door de rustelooze lieren, die hun verplaatsingsarbeid onophoudelijk zonder symptoom van moeheid voortzetten tot laat in den nacht." Aldus schetst Herman Robbers de drukte van Rotterdam. "Business", dat is het wachtwoord van den Rotterdammer, "time is money", dat is zijn lijfspreuk.
"Ja, zwarte koffie, zwart brood en boter, die als glas tusschen je tanden knarst; dat zal nu nog wel niet iets zijn, om u aan te bieden." "Nu nog niet...?" Abraham zag hem aan. "Ja, ja, men kan nooit weten, wat men nog eens zal moeten eten, voor men doodgaat. Wat zegt u nou?"
De voerman zwaait de zweep, ik hoor ze knallen; De wagen ratelt langs de helling heen; De rem knarst tegen ’t wiel, de schellen schallen; De hut, die haar bevat, rijst en wordt kleen;
O God, daar komen ze. Hoor maar, paardengetrappel. Hoor! Nu bonst hij op de deur. "Doe open, doe open!" Daar wordt aan de buitenzij een grendel verschoven. De deur knarst open. Een groote stallantaarn die nevens kartuigen aan een haak tegen den wand hangt, werpt een weifelend licht over een oude kapsjees, een paar hooge gele wagens benevens een kar die met de boomen op den grond rust.
Daar het hek op de hengsels knarst, als het geopend wordt, hebt gij al den tijd, als zij terugkomt, om met Capi u achter het ledekant te verschuilen. Dan zal ze mij alleen zien... wat zal ze opkijken! Toen wij dit afgesproken hadden, gingen wij in huis en zette ik mij bij den haard neder op het plaatsje, waar ik zoo menigen winteravond had doorgebracht.
Met een luitenant voorop gaat het klauterend tegen de steile bergpaden op, die in lange serpentines de helling bestijgen naar den een of anderen eenzamen post. Achter hen twee muildieren, die het proviand voor de eerstvolgende dagen meevoeren. De ijzeren deur van het wachthuis knarst in haar hengsels, en de afgelosten gaan heen.
De schietspoel ratelt over het getouw, de hamer bonst op het aanbeeld, de beitel knarst in den steen.... Men timmert schepen, men doorklieft den ongestuimen Oceaan; men handelt, men vaart, men reist naar verre streken, men arbeidt, men zwoegt, men slaaft.
Het komt mij niet onmogelijk voor dat B. hier geschreven heeft of bedoelde te schrijven: "nokt en schokt". Immers versmaadt hij zulke klankherhalingen niet; als b.v. in den IVen Zang, vs. 153: "knarst en barst". De herhaling van hetzelfde woord bij het voorwerp dat men vergelijkt en bij dat waaraan men de vergelijking ontleent, is niet zeer aannemelijk; en men hoort, naar de lezing die wij voorsloegen, nog beter den tred van het nauwlijks gevleeschde geraamte.
Hij rammelt met de zolderluiken, fluit een snerpend lied op een gebroken vensterruit of draait den windwijzer op het dak van de kerk heen en weer, tot hij steunt en knarst, zoodat de kraaien in den toren onrustig worden en eindelijk angstig heen en weer vliegen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek