Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 2 mei 2025


Dat mag de drommel weten. Het kraakt en knarst als..... als..... als een gebraden schoenschuier. Mijn verstand staat er stil bij." "Dat was toch licht te voorzien. Ik houd het er voor, dat die oude pan nog eer klein te bijten zou zijn, dan dat vleesch. Nu kunt gij die schepping van uw keukentalent zelf oppeuzelen." "Oho!

Dit verbittert den Spanjaard en hij knarst op zijn tanden terwijl Guy een schaatsenrijderskunstje in practijk brengt, dat hem in staat stelt, om den Castiliaan heen te draaien en hem een paar houwen te geven, die zelfs diens bekwaamheid in het schermen niet kan pareeren. Den volgenden keer, dat hij een halven cirkel om zijn vijand beschrijft, verwondt Guy hem licht.

Men komt even voorbij Kajoetanam in de Kloof. De tandradspoorweg knarst tegen de hoogte op, en de locomotief rookt en blaast met luid geraas. Zij bevindt zich achter aan den trein, dien zij vooruit duwt, en van 't balkon van den wagen zien we den kronkelenden weg vóór ons. De lenige rivier slingert en kronkelt van den eenen kant naar den anderen door het smalle dal.

Bij de geringste aanleiding stelt hij zich vermetel te weer, laat een dof gebrom hooren, knarst met de tanden en slaat ze ongemeen snel en hevig tegen elkander aan. Even groot als zijn toorn, is ook zijn moed. Hij verdedigt zich tegen ieder dier, dat hem aanvalt en zet den strijd voort, zoolang hij kan.

Alleen het knarsen van hun stooten op het grint verstoort de stilte. Hier en daar knarst de boot zelf over den rivierbodem, om plotseling weer meegesleurd te worden door een versnelling op een plaats, waar rotsblokken het water den doorgang belemmeren. Nooit komen wij daar doorheen, meenen we.

De fiere Hemathieten Ontfangen ze op de punt van hun gevelde sprieten, Dat borst en borstbeen knorst, en knarst, en barst, en kraakt, En de opgereten buik zijn ingewanden braakt, Terwijl de slagen flaauw op 't taaie pijnhout breken. Zy zijgen spartlend neêr, en grijnz'len en verbleeken.

Hij is volstrekt niet de sombere, menschenschuwe man, dien men van hem gemaakt heeft. In weerwil van mijne koele begroeting en van zijn lakoniek antwoord, heeft hij mij toch met aandoening de hand gedrukt. Ik kleedde mij stil aan, om, in afwachting dat mijn gastheer zou ontwaken, langs het meer te gaan wandelen. De deur mijner kamer knarst afschuwelijk; ik treed in de veranda.

Woord Van De Dag

fabelland

Anderen Op Zoek