United States or South Africa ? Vote for the TOP Country of the Week !


Een oogenblik later merkt men een saffier- of smaragdkleurig lichtschijnsel op en verdwijnt het voorwerp zoo schielijk, dat het oog het niet volgen kan; onuitgesproken blijft de uitroep van bewondering, onvoltooid de wordende gedachte. Hij die voor het eerst getracht heeft Kolibries vliegend af te beelden, moet wel zeer vermetel of zeer onkundig zijn geweest.

Bij Milly voelde hij zich daadvaardig en schier vermetel worden. En toch was zijne bewondering voor Milly slechts een verplaatste bewondering voor Rupert. Hij verlangde niet het vleesch van die vrouw, maar hij zoude willen sterven voor hare liefde.

Het had zich zelf voltooid, als teeken, dat God het beminde. Maar de Engelsche was zoo vermetel een aardschen schilder haar houten beeld zóó te laten schilderen, dat het volkomen gelijk aan het heilige beeld werd. Het nagemaakte beeld kocht ze een kroon en schoentjes, maar die waren niet van goud; het was slechts zink en verguldsel.

Maar gij, o groote man, van wien de bijzondere minzaamheid de onmetelijke geleerdheid evenaart, hebt op dien weldaad nog een anderen grooteren laten volgen, daar gij ook in dien tijd, dat ik, na mijn Akademischen loopbaan volbracht te hebben, hetzij naar het buitenland was vertrokken om vreemde landen te bezoeken, hetzij tot het uitoefenen der praktijk in andere steden hier in de Nederlanden vertoefde, het niet beneden uw waardigheid hebt geacht, zoo dikwijls als ik zoo vermetel was hetzij per brief hetzij persoonlijk in een onderhoud uw hulp in te roepen, steeds met een verbazende goedgunstigheid u ter mijner beschikking te stellen en mij de heilzaamste raadgevingen te schenken.

Het moet een vermetel persoon geweest zijn, die brutaal genoeg was bij het heengaan zulk een alarm te maken." "Ja, het was wonderlijk. Mijn vriendelijken dank voor hetgeen gij mij verteld hebt. Als ik u den schuldige kan overleveren, zult gij wel van mij hooren. Komaan, Watson!" "Waar gaan wij nu heen?" vroeg ik, toen wij het bureau verlieten.

Ja, want daarmee jagen wij, bij onze nadering, den vijand den schrik op het lijf. Wij leggen de boosdoeners gebonden aan uw voeten. Maar nu gij ziet hoe dapper en vermetel wij zijn zullen, behoeft gij met de hamels niet te wachten, tot wij als overwinnaars terug komen. Gij kunt ze nu wel laten braden.

Binnen een uur zijt gij hier terug." "Welaan, ik volg u, heeren", zeide Robrecht, terwijl hij zrijn zwaard aangordde. "Gij twijfeldet aan mijne bereidwilligheid? Is er waarlijk eene poging, hoe vermetel ook, ten voordeele van Kerlingaland te beproeven, ik zal u toonen dat niets mij kan doen aarzelen; integendeel, ik ben u innig dankbaar omdat gij in zulke omstandigheid aan mij hebt gedacht."

"Ik zal echter volbrengen, wat ik begon!" roept de bouwmeester eigenzinnig uit. "Ik wil er om wedden, zelfs met den duivel." "Hola!" lacht de vreemdeling strijdlustig. "Met iemand, die zoo vermetel is, ga ik gaarne een weddenschap aan. Eer verstout ik mij een beekje van Trier naar Keulen te leiden, wel vijftig uur gaans, waarin eenden zullen zwemmen, dan dat gij uw Dom voltooit."

Gy weet het, of mijn arm verslapte, waar men streed: En u, u verge ik niets dan 't geen ge u schuldig weet. Een gruwzaam Reuzenrot, verwant aan hemelgeesten, Verstoort ons eigendom, en jacht- en offerfeesten, En dreigt verdelging aan heel Adams nageslacht, Vermetel op hunn' stam en ongelijkbre kracht. Gij kent hen, en 't gewicht van hun ontzachbre slagen! Wat wilt ge?

Zie, herkent ge hem niet? riep Aroesi zacht uit. Wie? vroeg de luitenant ongeduldig, wie dan? Sid-Abd-Allah, de geweldige, zei Aroesi op een doffen toon. Bij God, gij hebt gelijk, riep de kapitein, zie slechts, en hij overhandigde den luitenant den kijker. Mijn hemel! wat vermetel man is dat, zeide de luitenant. De ongelukkige! voegde de kapitein er bij.