United States or French Polynesia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Het teleologisch standpunt blijft daarenboven altijd een betrekkelijk. Men denke zich 't heelal door eene alwijze Almagt met een bepaald doel tot stand gebragt: wie is vermetel genoeg, zich op het standpunt van God te plaatsen? En welk standpunt zullen wij d

"Terug, vermetel ridder!" riep hij. "Wie gij ook zijn moogt, die u zoo roekeloos verstout de hand naar mijne wapens uit te steken, hoed u, dat gij niet het leven laat tot straffe voor uw dolzinning bestaan!"

Wat Thom in die oogenblikken zoo vermetel heeft gemaakt, hij weet het zelf niet. Maar immers, tweemaal is hij zeer welwillend door dien voornamen heer ontvangen; en heeft hij dan toen niet vrij erg op zijn gemak over alles kunnen spreken?

Wij moesten wel zwichten, en Nearchus wist alles zoo juist te regelen, dat wij in de Middellandsche zee lagen, eer drie maanden verloopen waren. Toen Alexander vernam hoe het met zijn ontwerp afgeloopen was, werd hij zoo vermetel, dat hij de drooge straat wilde uitdiepen, Irtha ten spot.

Zijn oom de proost kwam hem nu ter hulp en poogde door velerlei redenen jonkver Wulf te doen begrijpen dat zij ongelijk had dit eenig middel tot verlossing, dat God in Zijne goedheid haar aanbood, zoo vermetel te weigeren. Zij kon het zich niet ontveinzen dat de Kerels, in den burg, elk oogenblik met eene beslissende overrompeling waren bedreigd.

Men kan jonge Bunzingen door zoogende Katten laten voeden om ze daarna te temmen; men beleeft echter niet veel genoegen van hen, omdat de aangeboren bloeddorst zich mettertijd openbaart en zij dan ieder weerloos huisdier vervolgen. Tegenover menschen gedragen de in vrijheid levende Bunzingen zich soms zeer vermetel; voor kinderen kunnen zij zelfs gevaarlijk worden.

Het is in deze vakken niet dat men zich vormt; men moet ze, om ze in te stappen, reeds meester zijn. Deze uitdrukking klinkt misschien stout en vermetel, in 't oor van dien gene die my iets meer zou toeschrijven, dan het geen ik hiervoren verklaarde my aangematigd te hebben.

Hoewel onderscheid makend tusschen een jager en een herder, een man en een kind, zal hij zich toch licht laten verschalken en bij zijn broedplaats vermetel het leven in de waagschaal stellen.

Dáár stoven zij aan, op gracht of plein, de knapen uit het Diaconie-huis, de knapen, onwillekeurig nog vermetel op hunne betrekking tot de weleer heerschende kerk; dáár ontmoetten zij haar, de burgerweezen, de jongens, die zich thans op hunne broederschap met van Speyk te goed doen, en wèl mogen zij het; dáár omringden beiden haar, de eersten in hunne geestelijke, de laatsten in hunne stedelijke liverei, en deze als gene, verwaten op dien dos, zoo als alle onderscheidende kleederdragt het maakt dáár zagen de wilden de gesmade Aalmoezeniersweeze vóór zich.

Dit belette Bose, den Gezant van Elizabeth van Engeland, niet, toen hij bij dien Monarch ten gehoore werd toegelaten, zijn hoed op te zetten en hem zoo toe te spreken. "Weet gij niet," vroeg hem de Tsaar, "hoe ik gehandeld heb met een anderen Gezant, die zich even vermetel toonde als gij heden doet?"