Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 27 juli 2025


"Zeg aan Gösta," zeide Marianne Sinclaire, "dat een vrouw zich niet schamen wil over hem dien ze heeft liefgehad." "Zeg aan Gösta," zei Anna Stjärnhök, "dat ik het nu goed heb. Ik bestuur zelf mijn hoeven. De menschen zeggen van mij, dat ik een tweede Majoorske worden zal. Ik denk niet aan liefde, enkel aan werken. Ook op Berga is de eerste bitterheid van de smart overwonnen.

Zij voelde dat zijn koude oogen en zijn hoonlachen ieder van haar daden en woorden volgde. Haar leven was een tooneelstuk, waarvan hij de eenige toeschouwer was. Zij was geen mensch meer, zij leed niet, genoot niet, had niet lief; zij speelde de rol van de mooie Marianne Sinclaire en de zelfbeschouwing zat met ijskoude oogen en vlijtig, pluizende vingers en zag haar optreden.

De groote Melchior Sinclaire had alles wat in huis was, opeengehoopt, in de groote zaal. Duizenden dingen waren er op groote hoopen gestapeld, die tot aan den zolder reikten. Hij was zelf 't huis rond gegaan, als de engel der verwoesting op den dag des oordeels en had alles, wat hij wilde verkoopen, bijeen gesleept.

Melchior Sinclaire had beter vrienden dan de predikant van Broby. Jaren lang bestond er al een veete tusschen hen. Men zei, dat de groote landeigenaar in donkre nachten op den loer gelegen had op den weg, waarlangs de predikant moest komen en hem menig pak slaag gegeven had, dien duitendief, dien boerenplaag!

Hij rilde van wat hij zag, en zijn hart werd beklemd door een bang voorgevoel van naderend onheil. Hij vroeg zich verwonderd af, waar Mariannes moeder wel zijn zou. En nu ging hij, half tegen zijn zin, maar door 't noodlot gedreven, Mevrouw Gustava Sinclaire zoeken. Hij ging door vele deuren eer hij haar vond.

De kaarsen gloeiden; ze waren in de kandelaars neergebrand, en midden in dien ongezelligen chaos vlogen Gösta en Marianne rond, vorstelijk in hun frissche onvermoeidheid in hun vlekkelooze schoonheid, blijde zich latende gaan in de heerlijke beweging van den dans. Melchior Sinclaire zag een poos naar hen, toen ging hij heen en liet Marianne dansen.

Als ze haar op een bal ontmoet hadden, kon men er zeker van zijn, dat ze allemaal, de rechter in Munkerud, de proost in Bro, Melchior Sinclaire, zoo goed als de kapitein van Berga, hun vrouw in diep vertrouwen vertellen, dat als ze de jonge gravin voor 30 of 40 jaar ontmoet hadden, ja dan zouden ze.... "Ja, toen was ze nog niet geboren," antwoordden dan de oude dames.

Weg er meê naar alle wereldstreken! zoodat geen oog ze meer zien, geen hand ze weer bijeenbrengen kan. Toen de auctie begon, had hij de halve zaal gevuld met een ongelooflijk verwarden hoop huisraad. Dwars door de zaal had hij een lang aanrecht laten zetten. Daarachter stond de verkooper en riep op; daar zaten de schrijvers en noteerden, en daar had Melchior Sinclaire een vat brandewijn staan.

Niemand kwam ooit te weten of Melchior Sinclaire op den stoep gestaan had en door de open deur van de eetkamer Mariannes woorden gehoord had, of dat alleen de lichamelijke overspanning hem een aanval van beroerte bezorgd had. Toen zij buiten kwamen was hij bewusteloos. Zij waagden later niet hem naar de aanleiding te vragen. Zelf liet hij nooit merken, dat hij iets gehoord had.

Hij die begrijpt, haat niet meer. Zij had gehoord, dat Melchior Sinclaire van plan was auctie te houden op Björne en alles te vernielen, wat hij bezat, opdat zij 't niet van hem erven zou. Men zei, dat hij alles zoo grondig mogelijk bederven wilde: eerst zou hij de meubels en 't huisraad verkoopen, dan 't vee en de landbouw-gereedschappen en eindelijk de geheele hoeve.

Woord Van De Dag

1195

Anderen Op Zoek