Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 6 oktober 2025


Romaan liep ook fluks bij en drukte zijne zuster op zijne borst, en dan stonden ze gedrijen een wijle sprakeloos ondereen, te kijken naar een gedacht van deugddoende liefde. De stilte is altemets een licht gewaad met gulden twijn geweven, waar de ziele te rusten blijft, te rusten en te luisteren naar schoone aandoeningen.

Bella zal na den noene komen, een paar uren, met haar borduurwerk.... Zoo slijt de leege tijd. Ik ben vol zorgen om uwentwil, mijn kind. Waarom wilt ge u verbergen voor mij? Toch niet, moeder ... maar, kijk, ik ben moe en ziek. Romaan is zoo buiten reden triestig en Madeleen ook ... en Wiezeken is verre, verre.... Is dat alleen uw droefenis? Dat is een groote droefenis.

Het was haar als de plechtige onherroepelijke staving van haar gebroken liefde. Ze had wel geen liefde meer, en het kon haar dan ook niet deren dat hij, de liefde en de schuld, zich voor altijd verwijderd had.... Spijts alles, deed haar deze verwijdering zeer. Het was lijk een graf, dat men ommedelft en vernielt. Romaan wist nog meer.

Ze wilde hier echter niets van hooren, en werd buitengewoon ieverig. Denk niet meer aan hem, zei Albien, die er gestadig aan dacht. Ja, zei Ursule. En ze dacht aan hem. Ze deed hem beloeren. Ze stuurde ook altemets Goedele, en vernam aldus dat Romaan in waarheid ongehuwd bleef en gemeenzaam leefde met Madeleen en tante Olympe. Hij had ook altijd gesproken van vrije liefde en nieuwe zeden.

Ze voelde dat ze met dees leed tot dichtebij Romaan naderde en ze jubelde zoete, al snikkend, omdat Romaan zoo dichtebij was. Ze werd bijna tegen hare vingeren de warmte gewaar van zijn geliefde voorhoofd.... Ze zei: Ge moet gaan.... Ja. Ge moet zeggen ... iets van mij ... iets van zijne moeder ... aan Romaan.

De Romaan zal zijne zegeliederen aanheffen op de graven van ons voorgeslacht, en met eenen spotlach zal hij zeggen: hier leefde eens een volk, dat den naam van Vlaming droeg!" En hunne stemmen versmolten in eenen roep. Gij hebt gezegd: "Neen, de Romaan zal zijne zegeliederen niet aanheffen op de graven onzer vaderen; hij zal zich niet verblijden in onzen val!

Ze werd kalm naderhand en snoot zich in haren grooten rooden neusdoek, en veegde trage hare oogen droge. Ze fluisterde, met een droef lachje, Goedele toe dat ze niets hiervan bij Romaan mocht laten gebaren. En vriendelijk, nog even na 't eerste woord een snik meeduwend, vroeg ze: Wilt ge nu Wiezeken zien? Goedele nam de bonte pop, die zij medegebracht had, en ging vóor.

Ze draaide seffens haar wezen omme naar Goedele en een angstige nieuwsgierigheid bibberde in hare oogen. Ze vroeg dadelijk: Hoe is 't met Romaan? Goedele zei, met een vreemde verwondering: Romaan?

Twee- en drijmaal te weke bracht ze een haastig bezoek bij Romaan en liep dan, langs veranderlijke omwegen, de stad omme, endelijk in een verlaten wijk een laag huizeken binnensluipend.... Niemand mocht vermoeden dat ze hier kwam, en ze nam dan ook alle voorzorgen om te beletten dat iemand 't vermoeden kon. Daar Ursule niemand bij Romaan zenden kon, geraakte zij deze vreemde doening niet te wete.

Ze zou Madeleen omkoopen, haar eene ronde somme geven, als ze Romaan loslaten wou. En Madeleen en antwoordde niet. Ze begon weer te wanhopen en te klagen, en moest weer een paar dagen neerliggen. Rik kon haar opbeuren. Hij verzekerde haar dat het allemaal jeugdige zotternijen waren, en dat die vuurkens fluks uitvlammen zouden.

Woord Van De Dag

arasbesken

Anderen Op Zoek