United States or Cameroon ? Vote for the TOP Country of the Week !


Te Mechelen hadden volgens V. Reinsberg-Düringsfeld, Calendrier belge II, bl. 295, de leerjongens de gewoonte, dien dag van meester tot meester te gaan om een fooi te vragen onder het zingen van bepaalde rijmpjes. Te Keulen is zij met haar geschenken de voorloopster van Sinterklaas.

Vergelijk hiermee het Brunswijksche: "Isermänneken, hat kein stänneken, kann kein stänneken finnen." Laat ik verder noemen het haasje- en blindemannetje-spelen, wat dikwijls met rijmpjes gepaard gaat. Overal bekend, en een echt jongensspel is het baarspel; de speelplaats is door twee lijnen of baren in twee kampen, met een gevechtsterrein daartusschen in, verdeeld.

'k Heb van morgen al gezongen, En gesprongen: Zo verlangde ik naar dien tijd. Maar kan ik geen rijmpjes digten, Moet ik zwigten Voor mijn broêr in poëzij. Neem dan, moeder! slegts dit roosjen Van uw Coosjen. 'k Heb u tog zo lief als hij. Welkom lieve kleine zus! Welkom in dit leven! Baker! mag ik niet een kus Aan mijn zusje geven. Wilje slapen? o zij krijt! 't Zal haar wis verveelen.

De kunst mist konventioneele vormen, maar ook overal maat en regel; hier ontmoeten wij volksliederen, spreekwoorden, rijmpjes, raadsels, sprookjes, sagen en legenden; en "ein Volk ohne solche Erzeugnisse seiner Phantasie und seines Verstandes", zegt Karl Knortz, "ist bis jetzt noch nicht entdeckt worden". Dat hier een strenge scheiding van het volksgeloof ondoenlijk is, ligt voor de hand.

En de goudbestikte neusdoek van Heimerich van Rossem is niet anders dan de »knotte« van fijn neteldoek, met geldstukken er in, soms met amoureuse rijmpjes er op het Friesch museum te Leeuwarden bezit er aardige door den bruidegom der bruid aangeboden. Zoo vonden wij dan bij den aanvang onzer periode het katholiek-kerkelijke en het vormlooze huwelijk.

Ziet u een maeght Wat toornig an, Als gij haar vraegt, Denk dan, goê man! Dat g'haar behaegt: Hoe zuurder dat een meisje kijkt, Hoe meer dat uw gevrij haar lijckt." "Ik moet bekennen, Mijnheer!" zeide Ulrica, glimlachende, "dat uw brein wel met rijmpjes gestoffeerd is. UEd. is zekerlijk lid van de eene of andere Rederijkerskamer?" "Ik, Freule? de hemel beware mij!

"Niet anders als zeer vroeg in den morgen," zeide ik: "en op voorschrift van zijn dokter; maar ik geloof niet, dat iemand hem ooit in gezelschap met anderen heeft zien rijden." "En dan," vervolgde Van Baalen: "wat het ergst van alles is, hij maakt rijmpjes. Hoe wil er nu ooit een degelijk en bruikbaar mensch van groeien?" "Wel!" zeide ik: "dat bewijst alleen, dat hij te veel ledigen tijd heeft.

Te Mei, te Mei, Dan leggen alle voegeltjes een ei, Behalve de kwartel en de griet, Die leggen in de meimaand niet. Heel of, hallef of, Sniêt ten boer de kop mer of. Met de bedreiging in den laatsten regel der beide rijmpjes vergelijke men den aanvang van het fluitjesliedje, dat de jongens in Holstein en Karinthië zingen.

Maar ook ter dekoratie van dagelijksche voorwerpen doen gewijde en profane spreuken dienst, want het volk wil den glans der poëzie spreiden over geheel het dagelijksche leven. De meest onbeduidende voorwerpen wil het ornamenteeren, opheffen uit de sfeer van het banale en niets-zeggende door naïeve rijmpjes, wijze spreuken of enkel door een paar woorden ter verduidelijking van het gebruik.

Hij kent ze allen van kindsbeen af, die kasten en kastjes; hij weet wat ze bevatten; hij kent de rijmpjes op huisraad en tafelgereedschap van buiten en weet u de daarbij passende geschiedenis te verhalen; hij zou, in den donker, zonder aarzelen, den handmangel, de knipplank, de boodschapmand, den fraaien borstel met het geborduurde handvatsel, van den wand kunnen nemen.