Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 14 juni 2025


Daar na wierd de stad Groningen, op den 19de van July, door den Bisschop van Munster en den Keurvorst van Keulen, met eene macht van 22000 mannen, aan de zuidkant by twee poorten belegert. De stad had tot Gouverneur Karel Rabenhaupt, een dapper en ervaaren Kapitein. De Hertog van Holstein Pleun had het bestier van het voetvolk, en de Colonel Stoltzenburg van de ruitery.

Nederlandsche geslachtsnamen die oorspronkelik de namen zijn van vreemde landen, gouen en eilanden, zijn, behalven de bovengenoemden, nog: Beyeren, Holstein en het misspelde Holstijn, Maltha, enz. En den geslachtsnaam Zeekant mag men hier ook wel toe rekenen, even als Juist, aan het oostfriesche eiland van dien naam ontleend. Eindelik nog Nederland.

Ik meen voldingend bewezen te hebben , dat de Zuid-belgische Jezuïet, Pater Petrus Laurens, het nederig werktuig is geweest, door de goddelijke genade uitgekozen om den braven en edeldenkenden man in de R. Kerk in te lijven. Op d' Afbeelding van den Eerwaardigen Petrus Laurentius, door Holstein gesneeden, plaatste de katholieke Dichter-glazenmaker Jan Vos het volgend bijschrift:

Maar ook buiten 's Lands werden zijne bekwaamheden op prijs gesteld: in den jare 1628 werd hij naar Bourdeaux geroepen, om zijnen goeden raad te geven tot het droogmaken van een moeras, 4500 morgen groot, toebehoorende aan den Hertog van Epernon, en niet ver van dáár gelegen ; waaraan hij naar wensch voldeed, eene kaart van dat Moeras vervaardigde en dezelve aan den Hertog, die toen met het leger van den Koning van Frankrijk vóór Rochelle lag, overhandigde . Twee jaren hierna ontbood men hem naar Metz, om raad te geven tot het droogmaken van een aldaar gelegen moeras . Ook in het gebied van den Hertog van Holstein, in Emderland, in Friesland en elders werd hij geroepen, om behulpzaam te zijn in het droogmaken van moerassen en meren, om, zoo als hij zegt, »te ordineren dijken, dammen, sluizen, kaaijen, heulen, molens, molen-togten, kolken, wateringen, enz."

Welligt zal men het ergerlijk vinden, dat ik Z.K.H. den Hertog van Holstein en broeder des Konings van Denemarken, "Fanden ta dig!" of "dat de Duivel u hale!" laat roepen, en hem bovendien roode knevels heb gegeven; doch het laatste scheen mij nog al nationaal toe, en het eerste heeft Mr. de Busenval, Ambassadeur van Hendrik IV bij de Staten, waarschijnlijk niet verstaan.

Te Mei, te Mei, Dan leggen alle voegeltjes een ei, Behalve de kwartel en de griet, Die leggen in de meimaand niet. Heel of, hallef of, Sniêt ten boer de kop mer of. Met de bedreiging in den laatsten regel der beide rijmpjes vergelijke men den aanvang van het fluitjesliedje, dat de jongens in Holstein en Karinthië zingen.

De Brandmuis bewoont een meer beperkt gebied dan de beide vroeger beschreven soorten; zij leeft tusschen den Rijn en West-Siberië, het noorden van Holstein en Lombardije. In Middel-Duitschland wordt zij overal veelvuldig aangetroffen, in ons vaderland tot dusver niet; in hooge bergstreken komt zij niet voor. Zij houdt zich des zomers op in bouwlanden, aan de kanten van bosschen en in lage boschjes, terwijl zij des winters in korenhoopen of in schuren verblijf houdt; ook overwintert zij in gaten in den grond. Bij 't maaien van 't koren in den herfst, ziet men geheele benden van deze dieren over de stoppels ontvluchten. Hare bewegingen zijn minder behendig dan die van hare verwanten; haar uiterlijk is goedaardiger of dommer. Zij voedt zich hoofdzakelijk met graan en andere zaden, met kruiden en knollen, Insecten en Wormen; ook zij verzamelt proviand voor den slechten tijd. Wegens haar snelle vermenigvuldiging kan zij in de streken, waar zij voorkomt, zeer schadelijk worden: in den zomer werpt zij 3-

De Slawische Wagriërs en Obotrieten rukten in het over de Elbe gelegen land der Saksers in Holstein; en de Polaben en Sorben drongen zelfs over de Elbe voorwaarts, tot in de Lünenburgerheide en tot het hart van Thüringen.

Zij werden gevolgd door den Keurvorst van Brandenburg, door de Vorsten van Holstein en Anhalt, door den Prins van Nassau, de graven van Solms, Dhona en Hoorne, de Heeren Van Brederode en Van Gent en eene menigte andere aanzienlijke personages.

Uit de boot stapten wij over op een anderen spoorweg, die ons door een niet minder vlak land dan de velden van Holstein voerde. Wij moesten nog drie uur reizen, vóór wij de hoofdstad van Denemarken bereikten. Mijn oom had den ganschen nacht geen oog gesloten. In zijn ongeduld stiet hij, geloof ik, den waggon met de voeten voort. Eindelijk kreeg hij de zee in het oog. "De Sond!" riep hij uit.

Woord Van De Dag

verduldige

Anderen Op Zoek