Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 21 juli 2025
Men presenteert er beschuit bij. Rijstebrij. Op 1 o. rijst rekent men 1 k. melk en laat die zeer langzaam 4 uren koken, met wat zout en eenige stukjes pijpkaneel, die men er, als de rijst gaar is, uitneemt; er mag niet in geroerd worden. Men kan dit warm en koud geven, met suiker en kaneel. Rijst met appelen.
De wereld moet dan maar met den dichter zeggen: Rekent d'uitkomst niet, maar telt het doel alleen. Nicholl en Michel Ardan bedekten hun gelaat met de handen. »In Gods naam!" sprak Barbicane, de armen op de borst gekruist. »Welnu, luitenant, hoe staat het met de peiling?"
Evenwel rekent men op eenige duizenden opstijgingen geen twintig ongelukken, die den dood ten gevolge hebben gehad. Wij moeten dus in dergelijk geval geen voorzorg verwaarloozen." "Het is tijd om te ontbijten," zeide Joe: "wij zullen ons tevreden stellen met verduurzaamd vleesch en koffie, totdat mijnheer Kennedy middel zal gevonden hebben om ons op een goed stuk wildbraad te onthalen."
Dit nat laat men door eene zeef loopen, zet het te vuur met suiker, en voegt er, als het kookt, de kersen bij, die een kwartier moeten medekoken. Men schudt de pan tusschenbeiden eens om, neemt de kersen als zij goed zijn, uit het sap, laat dit tot stroop koken en giet het over de vruchten. Voor morellen rekent men op 5 o. vruchten, 1 o., 2 1/2 l. suiker, en voor kersen de helft. Dikke bessen.
Zoo dwaas kan men zijn! maar men rekent niet op den goeden God. De goede God zegt: "Gij verbeeldt u, dat men u zal verlaten! Neen. Neen, zoo zal 't niet gebeuren. Kom, er is daar een arm oud man, die een engel noodig heeft." En de engel komt; en men ziet zijn Cosette weder! en men ziet zijn kleine Cosetje weder. Ach! ik was zeer ongelukkig."
En ge houdt hem niet, of ge doet in die Sabbathsviering zelf hulde aan Gods souvereiniteit. Al wie met den Sabbath niet rekent, zegt daarmeê, dat hij zich niet stoort aan wat zijn God en Heere heeft ingezet. Maar dan ook omgekeerd, al wie den Sabbath naar het gebod houdt, eert hier den Gebieder van het gebod in, en buigt zich voor God als zijn Koning.
Nog heeft zij haar vertrouwen in de menschen, ja zelfs in hare vijanden, niet geheel verloren. Zij rekent er vast op dat, zoo zij mocht sterven in de gevangenis, men haar zal begraven in gewijde aarde. Doet men dit niet, dan verlaat zij zich ook hierin op God. Jeanne: »Ik ben een goede christin, ik ben gedoopt, ik zal als goede christin sterven«. Dit bezoek had plaats den 18en April.
In het laatste hoofdstuk, waarin hij o.m. schrijft dat "het klooster niets baat, als iemand er goddeloos leeft, noch het monnikskleed, als men niet rekent met het witte gewaad, bij den doop gedragen", slaat hij een gansch anderen toon aan. Niet onwaarschijnlijk is dit hoofdstuk later aan de overige door Erasmus toegevoegd.
"'t Is heel vriendelijk van je, ik hoop dat je niet je oogen ermee zult bederven; wil je dan wel bellen om meer kaarsen? Mijn lieve kleintje zou wèl bitter teleurgesteld zijn, als het mandje morgen niet af was; want ik zei haar wel, dat het stellig niet klaar kwam, maar zij rekent erop, dat dit wèl gebeurt."
»Hoe verheft zich daarentegen de man in den woesten strijd, hoe verruimt zich zijn borst, hoeveel krachtiger wordt zijn arm niet! En rekent gij dan uwe vreugde voor niets, wanneer de geliefde held, met roem overladen, als overwinnaar huiswaarts keert? Het hart eener Perzische vrouw moet kloppen van geestdrift, als zij van veldslagen hoort gewagen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek