Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 15 juni 2025
"Ik begrijp het wel: er zijn dieven, struikroovers in dit leelijk bosch, en mijnheer Reimond is misschien het hoofd der bende!" "Kom, Isabel, gij zijt zinneloos," spotte het meisje. "Mijn oom een struikroover! Waar zijn uwe gedachten?" "Ja, mejuffer, gij kent uwen oom ook niet," zeide de meid.
Maar dit weet ik goed, oom lief, dat dit alles slechts een inbeeldsel is, en dat gij zeker niet wel doet met aldus uwe gezondheid door ziekelijke hersenschimmen te krenken." "Ik vergeef u, mijn kind," zeide mijnheer Reimond, "het zijn dingen, die uw verstand te boven gaan. Wij zullen er niet meer van spreken.
Nox, die sedert eenigen tijd rondom den stoel van den jongeling snuffelend dwaalde, sprong nu met zijne voorste pooten op zijne knie en woelde met den snuit tegen de borst van zijne frak, als rook hij daar iets bijzonders. "Nox, hier, stil!" sprak mijnheer Reimond op bevelenden toon. Het beest verliet den verbaasden Willem en kroop tot voor de voeten zijns meesters.
En gij gelooft in de macht der geesten!" "Laster, laster!" gromde Reimond. "Ha, ik vrees te drinken!" En verstoord en met bevende lippen ledigde hij het glas water. Hij aanschouwde de maagd met eenen grijnslach en zeide verwijtend: "Hoe bitter! Een geneesmiddel? Aan mij? Gij blijft dus hardnekkig hopen, arme dwaze? Mijn dood alleen kan u overtuigen?
"Des te beter, mijn neef; dan kunnen wij seffens beginnen met de eindelijke proef, waartoe mijne woorden u hebben voorbereid," zeide mijnheer Reimond opstaande "Ha, Willem, mijn vriend, misschien zult gij, vóódat een uur verloopen zij, reeds in gemeenschap zijn met de wereld der zielen. Mocht dit gelukken, ik zou God zegenen voor die hooge weldaad, aan u en aan mij bewezen!
O, gij moet leven, opdat wij onze schuld jegens u zouden kunnen betalen!" "Nutteloos, alles is nutteloos," morde Reimond. "Maar, Willem," kreet het meisje, "blijf niet zoo werkeloos; laat mij niet alleen tegen die wreede begoocheling worstelen. Onze weldoener zou morgen sterven?
Welnu, gij bedriegt u, nicht," zeide mijnheer Reimond met eenen lichten spotlach. "Ik ben gelukkig in den hoogsten graad, dien het der menschelijke ziel vergund is, in haar stoffelijk omkleedsel te bereiken."
Ziet gij, Willem, ik was reeds hovenier op Wildenborg, toen mijnheer Reimond werd geboren, ik heb hem op mijne armen gedragen en, om zoo te zeggen, hem leeren loopen en leeren spreken. Ik weet niet om welke reden zijn vader in 1820 het buitenleven moede werd. Wat er van zij, wij verlieten Wildenborg en gingen altezamen naar Brussel wonen.
"Alzoo, Peternelle, gij zijt zeker, dat mijn arme oom gaat sterven, en gij hebt geene de minste hoop meer op de behoudenis zijns levens?" "Eilaas, niet de minste. De pastoor van het dorp zegt het insgelijks, er is niets aan te doen!" "Ha, de pastoor komt somwijlen op Wildenborg?" "Hij komt er dikwijls, hij is de eenige mensch, die tot mijnheer Reimond mag naderen. Zij zijn goede vrienden.
Mijnheer Reimond sprong met verrassing recht en zeide mij: "Jakob, er is iemand voor het hek, die om hulp roept. Hij smeekt om eene schuilplaats: ga opendoen en laat hem binnen." Hadde men mij op dit akelig oogenblik eenen hooiwagen vol goud willen geven, ik hadde geenen enkelen voet buiten gezet.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek