Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 15 mei 2025


Gij overlaadt mij met weldaden, mijnheer, ik ben u dankbaar uit den grond mijner arme, ontstelde ziel; maar toch ik ben niet gelukkig, en waarschijnlijk zal de oude Jakob Mispels u niet lang overleven." Mijnheer Reimond poogde door troostende woorden den bedrukten man gerust te stellen, en toen hij bemerkte, dat hij daarin grootendeels was gelukt, hernam hij zijn vorige rede.

"Och, gij zijt onverstandig," snauwde Peternel met ongeduld. "Weigert gij uwe hulp, dan zal ik zelve gaan." Zij stapte buiten het hek. Jakob, misschien beschaamd over zijne barschheid volgde haar en mompelde onderweg aan haar oor: "Deze Theresia De Wit mag niet lang op Wildenborg blijven. Wie weet, of zij anders door arglistige treken mijnheer Reimond niet tot onrechtvaardigheid zou verleiden.

Treur niet over mijnen onfeilbaren dood; gij ziet wel, dat ik noch verschrikt, noch weemoedig ben." De jongeling erkende, dat er niet tegen dit ingeworteld denkbeeld van zijnen oom te worstelen was. Hij murmelde een goedennacht en meende de zaal te verlaten; maar mijnheer Reimond hield hem terug en zeide: "Ik heb den ganschen dag over eene moeielijke zaak nagedacht.

Wonder toch, te moeten gelooven, dat de eerste indrukken, welke door het menschelijk gemoed worden ontvangen, tot zooverre onuitwischbaar blijven, en dat in mijnheer Reimond de wetenschap, de studie en zelfs de overgeleerdheid het onderwijs van eenen onwetenden en eenvoudigen hovenier niet hebben kunnen versmachten.

De priester wilde zijne vermaningen herhalen en den zieke tot een klaarder besef van zijnen toestand en van zijne Christelijke plichten roepen; maar mijnheer Reimond onderbrak zijne woorden en zeide: "Ja, eerwaarde, ik weet het wel, gij hebt gelijk: de mensch moet altijd God voor oogen houden en mag niet vergeten, dat belooning of straf hem wacht na elk leven.

"De goederen, die ik bezit, zijn voor de helft herkomstig van mijne vrouw zaliger, die ik, eilaas, reeds in het eerste huwelijksjaar verloor. Het goed gaat terug van waar het gekomen is, zoo wil het de rechtvaardigheid." Mijnheer Reimond trok de lade der tafel open en nam er twee gesloten brieven uit. "Gij gaat naar het dorp loopen," zeide hij, "om deze brieven in de post te leggen."

Zoudt gij mij dan nog met mijne nicht willen doen trouwen?" "Ho, hoe zou ik het betreuren! sterven van schaamte en van smart!" zuchtte mijnheer Reimond met eene soort van afgrijzen. "Wat! mijn gansche leven zou eene krankzinnigheid geweest zijn? Die hooge wetenschap eene ijlhoofdigheid? De geesten schimmen, door mijne zieke hersens geschapen?

In dat geval zult gij voor eenigen tijd mij alleen laten en naar het huis van den hovenier gaan, totdat ik u doe roepen. Nu geen woord meer!" De diepste stilte heerschte in de zaal; mijnheer Reimond verroerde de lippen en scheen met het doodshoofd in eene geheime taal te spreken. Hoe sterkmoedig het meisje ook was, het werd haar ten laatste bang om het hart, zonder dat zij eigenlijk wist waarom.

"Het is mogelijk, inderdaad," zeide hij, "dat de tegenwoordige geestestoestand van mijnheer Reimond slechts eene wijziging van de denkbeelden zijner kindsheid zij.

"Worstel niet langer, aanvaard uw lot," morde mijnheer Reimond, ontevreden over het lange stilzwijgen van zijnen neef. "Uw erfdeel verliezen of u onderwerpen!" "Ik zal niet worstelen, ik zal mij onderwerpen," antwoordde Willem, "indien gij mij toelaat, u de redenen mijner aarzeling te verklaren.

Woord Van De Dag

meisjesschaar

Anderen Op Zoek