United States or Faroe Islands ? Vote for the TOP Country of the Week !


Maar zijne oogen, hoe diep ook in hunne holen verzonken, waren nog helder en schitterden, als hadde in elk eene vuurvonk geglinsterd. Nox, de hond, zat nevens hem met den muil op zijne knie, en schijnbaar het oogenblik afspiedend, dat zijn meester uit zijne stille samenspraak met het doodshoofd zou ontwaken.

Ik schreeuwde om hulp en mijne vrouw viel buiten kennis op den vloer.... Het is sedert dan, dat de arme Peternelle half stom geworden is. Ziedaar, Willem, de geschiedenis van Nox. Is het zóó, dat een gewone hond ergens aankomt? Eilaas, in dien schromelijken nacht heeft mijn arme meester zijne ziel aan den zwarten man verkocht, en nu is zijn tijd om.

In Gods naam dan, indien wij niet eerder van schrik bezwijken. Het is wonder, dat Nox nog niet gekomen is om mij te roepen. Een half uur reeds is hij ten achteren. Wilde mijnheer mij slechts toelaten eenen waker of twee in huis te nemen? Ach, hij wil er niet van hooren.

Wat wonders is daaraan, dat Nox geleerd heeft den hovenier te gaan roepen, vermits hij nooit eten krijgt dan wanneer ik Jakob doe komen? De eenzaamheid en de eeuwige stilte hebben misschien iets bijgebracht om de natuur van het arme dier te wijzigen. Misschien woont in hem eene ziel, die gereed is om tot eene hoogere en gelukkige proef over te gaan, maar dit kan ik in alle geval niet verzekeren."

"Ik kom, ik kom, Nox," antwoordde de hovenier, het teeken des kruises makende, zoohaast hij den hond zag wegloopen. "Indien er een duivel op Wildenborg is, dan is het zeker die zonderlinge hond," mompelde de jongeling glimlachende. "Het is zoo, gij hebt het geraden," bevestigde de oude man. "Hoe? gij gelooft, Jakob?" "Het is de dienaar van uwen oom, zijn Mistoffel, de duivel zelf.

Hij hief het hoofd tot den verschrikten man op, bezag hem met zijne glasachtige oogen en opende den muil, als wilde hij spreken of bassen; maar het schorre geluid, dat uit zijnen gorgel opklom, geleek veeleer aan den kuch van eenen verkouden grijsaard dan aan de stem van een dier. Jakob Mispels antwoordde bevend: "Het is wel, Nox, zeg mijnheer, dat ik aanstonds ga komen."

Noch ziekendienster noch dokter mag den voet op Wildenborg zetten; de pastoor alleen komt hier somwijlen; maar de pastoor, als ik hem van al die schrikkelijke dingen spreekt, lacht mij uit...." "Zwijg, Jakob, daar is Nox!" zeide de vrouw. Er kwam een groote zwarte hond in de kamer.

Nox, ik heb voor u.... mijne krachten falen.... de ziel worstelt.... zij worstelt woedend.... woedend tegen het zelfzuchtig lichaam.... vaartwel.... vaartwel!"

Evenwel blikte hij somwijlen door zijne vingeren naar de uurplaat, en telkens sidderde hij van top tot teen; want de vinger des Doods raakte schier het noodlottig getal. Ook zijne ooren stonden gespannen om het minste gerucht op te vangen, hoe onduidelijk en geheimzinnig het mochte zijn. Wat hem onmatig verschrikte, was, dat hij sedert eenigen tijd het geknor van Nox niet meer had gehoord.

Dan ware mijnheer van zijnen verleider en van zijnen helschen bewaker verlost; maar Nox zou het op voorhand weten, en wat zou ons dan geschieden? Gij wilt het kasteel niet verlaten, Peternelle? Gij zijt besloten om hier nog eene gansche week te blijven en den noodlottigen dag af te wachten? Wij zullen dus den akeligen dood van onzen meester moeten bijwonen?