Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 16 mei 2025
Toen deze nu, met den raadsheer, tusschen hen door ging en zijne beste vrienden tegen zich zag optreden, zakte hem het hart in de schoenen; en toen zij hem allen ontweken en hij zijne beschimping in hunne oogen kon lezen, werd hij angstig te moede; hij moest zich aan den arm van den raadsheer vasthouden en zeide zacht: "Mijn lieve mijnheer Herse, mijn lieve mijnheer Herse, ik ben zoo akelig."
Götz verschijnt voor gerecht en staat den raadsheeren met zijn gewone vrijmoedigheid te woord; hij wijst de keizerlijke genade af, als hij moet bekennen een rebel te zijn, als men weigert hem te zeggen, wat er van zijn vrienden is geworden. Nu op wenk van raadsheer de gewapende burgers binnenstormen, rammelt hij ze dooreen, ontneemt een hunner zijn zwaard.
Indien ik geplaatst was, waar ik t'huis behoorde, dan stond ik voor den koning van Pruisen en 'k sprak met dien man. "Majesteit," zou 'k zeggen, "gij zijt, geloof ik, een beetje in verlegenheid." "Hoe kan het anders, raadsheer," zegt hij "ik ben op dit oogenblik heel slecht bij kas." "Is 't anders niet?" zeg ik. "Dat is eene kleinigheid!
Wij moeten onzen vorst eene schitterende intrede bereiden." Op de vraag van Placida en hare moeder, gaf Rijkaard eenige uitleggingen over het bericht dat des graven raadsheer hem had gebracht. Dan zeide hij: "Ik moet ten gevolge dezer tijding onmiddellijk uitgaan. Indien Robrecht mij een eind weegs wil vergezellen?"
In elk geval deden zij juist datgene, wat Rousseau hun nadrukkelijk verzocht had niet te doen. Nog voor de "Emile" verscheen, begonnen er vreemde geruchten op te duiken. Rousseau kreeg brieven, geteekende en ongeteekende, om hem te waarschuwen; een raadsheer aan een der provinciale hoven bood hem een toevlucht aan.
En dat kwam alles daar vandaan, dat de raadsheer Herse gaarne zijne uniform droeg. Toen dus mijn oom Herse naar huis ging, want het regende steeds, dat het goot, zocht hij in zijne kleerkast naar zijn grijzen mantel, en daarbij kreeg hij zijne uniform in de hand en hij dacht: "Zie! vandaag is 't er een goede gelegenheid toe, en wie weet, of ze mij in mijn voornemen niet van dienst kan zijn."
Maar de oude molenaar was heden niet lichtgeloovig gestemd en hij zeide kortaf: "Ja, als 't maar waar was, mijnheer Herse." "Als ik het zeg, vriend Voss," hernam de raadsheer en haalde een pak papieren uit zijn rijtuig en ging toen met den molenaar in de kamer, "dan moet gij 't gelooven, want ik ben van daag hier als notarius publicus."
"Gij blijft dus bij uw hardnekkige ontkentenis van sedert uw terugkomst hier te lande eenige predikatie gedaan of Arminiaansche vergadering bijgewoond te hebben?" vroeg de Raadsheer, die zooeven gesproken had, den gevangene. "Ik blijf dit ontkennen," antwoordde deze, met een vaste stem, welke aan Joan niet onbekend voorkwam.
"Nu dan dit, of dan dat?" En zoo raadde zij nu eens opwaarts tot een raadsheer, dan weêr afdalend tot een barbier; ik schudde maar altijd met het hoofd en zeide eindelijk: gij raadt het toch niet! Hij is op zijn hoogst volstrekt niets." Dit kwam haar dan nu al heel min voor, en zij meende dus, dat gij dan zeker van uw geld zoudt leven.
En nu kwamen de schoenmaker Deichert en de kleêrmaker Zutow, en nog velen kwamen, allen met hetzelfde verzoek, en toen mijnheer de baljuw de poort te Stavenhagen inreed, zag zijn oude, eerwaardige mandenwagen er uit als eene oorlogsmachine of een sikkelwagen uit den tijd der Perzen. De raadsheer Herse liet nog driemaal "roef, roef!" op de markt schieten, en iedereen ging tevreden huiswaarts.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek