Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 16 juni 2025
Aan de andere zijde hield zich Gervaas van Praet, kamerheer van den graaf, en geroemd als een wijs, moedig en verkleefd ridder. Achter de vorsten kwamen Tancmar Van Straten, de raadsheer; Walter Van Lokeren, de hofbottelier; Frumold, 's graven schrijver en rekenmeester; Hacket, de kastelein van Brugge; Eijkaard Van Woumen, Baudewijn van Aelst en Daniël Van Dendermonde.
De molenaar beloofde zulks, en mijnheer de raadsheer vertrok, en Hendrik en Fieken zagen nog, hoe hij uit het rijtuig den ouden man toeknikte en de vinger op den mond legde. "Fieken," zeide Hendrik, "mij is 't niet gegeven, om geheimen te hebben; ik moet ronduit spreken, ik ga naar uwen vader en zeg hem hoe 't alles is." "Doe dat," zeide Fieken.
"Hendrik," riep hij hem toe, in den beginne is alles moeilijk, zeî de duivel en hij droeg molensteenen, maar..." hier werd hij den raadsheer gewaar en bleef in zijne rede steken; "goeden morgen, mijnheer Herse, en neem 't mij niet kwalijk, maar, gij kunt mij een groot genoegen doen.
De bezoekers kregen de eereplaats, en zoodra de heer Walter geëindigd had, stelde hij hen aan het schoolpersoneel voor. De man van middelbaren leeftijd bleek een zeer gewichtig persoon te zijn, niet minder dan een raadsheer, in het kinderoog het meest verheven wezen, dat ooit heeft bestaan.
"Vriendje! vriendje!" hernam de Raadsheer, het hoofd schuddende: "Ik zou u raden, liever te bekennen: het kon anders slecht met u afloopen. Hebt gij het hok gezien, waar Bysterus en Lindenius in gezeten hebben, die even koppig waren als gij?" "God is mijn getuige, dat ik alleen de waarheid spreek," zeide de gevangene.
Zoodra hij vertrokken was, gaf de Raadsheer Sartor aan onzen held een wenk, om de tafel, waaraan zij gezeten waren, te naderen. Terwijl Joan aan dit bevel voldeed, stond ook de Fiskaal op en trad aan de tafel, waarop het ondervragen een begin nam. "Uw naam?" vroeg De Vlaere. Joan zweeg en zag voor zich. De eerste vraag was voor hem de moeilijkste.
Daarop keert hij den raadsheer zijn rug toe, schelt en zegt: "Frederik Schult, de knecht van den molenaar, moet binnenkomen." De oude molenaar was geheel verslagen en ternedergedrukt naar de deur gegaan; mijn oom was hem gevolgd; maar men kon 't hem aanzien, dat het in zijn hoofd bruiste en kookte.
Maar een Warner Smith, Raadsheer der stad, stelde zich hier tegen, willende zelfs zyn gryzen kop daar by opzetten, om de burgers van die last te bevryden. Hy ging derhalven van het raadhuis, en maakte zulks aan de Bouwmeesters en Gildens bekent. De Raad dit vernomen hebbende, is aanstonds met 24 mannen vergadert; welke beslooten, dezen Raadsheer Warner Smith om 't leeven te laaten brengen.
"Molenaar Voss," hernam de raadsheer, zich deftig oprichtende; "ieder spreekt voor zich zelven en niet voor de anderen. Wat gij daarvan verstaat, weet gij sedert gisteren middag; want gij en de oude baljuw en de burgemeester, hebben ons in de zaak gewikkeld; en als ik er mij niet meê bemoeid had, dan zat die goede mamsel Westphalen hier ook op den steen te klappertanden.
"Hij heeft er gewapende lieden op gezet en mijnen neef eene oorlogsverklaring toegezonden", onderbrak de raadsheer Tancmar. "Maar had mher Rambold niet reeds gewapenderhand de gezellen van mijnen neef mishandeld en verjaagd?" wedervoer Bertulf. "Dan, tot dit oogenblik was er nog niets geschied, dat de gewelddaden, die wij allen in het diepste van ons hart betreuren, kon veroorzaken.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek