Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 6 juni 2025
Hij beloofde hun, in naam van sher Baudewijn Van Aelst, die als overste hier gebood, dat men, zoolang de dag duurde, geene de minste daad van vijandelijkheid tegen hen zou plegen. De Kerels gaven hunne toestemming, op voorwaarde dat slechts eenige wapenknechten vrij door de kerk zouden mogen gaan om de lijken weg te nemen.
Toen de bode door bazuingeschal den wapenstilstand had gevraagd, en men tot antwoord op den wal der proostdij de vredevlag had opgestoken, traden de gezondenen op het binnenplein van den burg; een hunner naderde meer tot den voet van den muur en riep den Kerels toe: "Vanwege den gezant des konings, mher Baudewijn Van Aelst, kom ik tot u om u nieuwe voorwaarden tot overgaaf der proostdij en der kerk aan te bieden.
"Welnu", zeide mher Baudewijn, "luistert wat ik u voorstel als gemachtigd door den koning van Frankrijk en door den nieuwen graaf, dien hij heeft verheven.
"Het onmogelijke kan ik evenwel niet!" zuchtte de veldheer. Na eenige oogenblikken de zaak bedacht te hebben, zeide mher Baudewijn: "Die hardnekkige Blauwvoeten, wat hopen zij? Hebben zij nog niet de minste neiging getoond om zich over te geven?" "Zich overgeven? De Kerels? Het zijn ontembare leeuwen Zij zullen zich tot den laatste toe op hunne wallen laten doodslaan.
Eindelijk hoorden de Kerels een bevel herklinken, en de boogschutters, met mher Baudewijn Van Aelst en eenige ridders vooraan, kwamen verder op de Markt tot op eenigen afstand van den muur der proostdij. Een bazuingeschal kondigde aan dat des konings afgezant tol de Kerels wilde spreken. Misschien had men den schat des graven niet volledig bevonden en wilde men hen daarover ondervragen.
Daarenboven, mher Gervaas, wat is gemakkelijker, indien de poorters een slecht gebruik van de hun verleende rechten maken, dan hun die rechten weder te ontnemen?" De veldheer stapte mijmerend voort. "Maar zeg eens, mher Gervaas", vroeg Baudewijn Van Aelst, "mij heeft de koning nog eenen anderen last opgelegd. Ik ging het haast vergeten. Karel van Denemarken was rijk. Waar is zijn schat gebleven?"
De veldheer, die alleen met Baudewijn Van Aelst de anderen vooruitstapte, zeide, na eene wijl in stille overweging te zijn verstonden gebleven, tot zijnen gezel: "Onder ons durf ik het u wel bekennen, mher Baudewijn, 's konings boodschap bedroeft mij diep." "Betreurt gij den keus die wij hebben gedaan?" morde Baudewijn
Aan de andere zijde hield zich Gervaas van Praet, kamerheer van den graaf, en geroemd als een wijs, moedig en verkleefd ridder. Achter de vorsten kwamen Tancmar Van Straten, de raadsheer; Walter Van Lokeren, de hofbottelier; Frumold, 's graven schrijver en rekenmeester; Hacket, de kastelein van Brugge; Eijkaard Van Woumen, Baudewijn van Aelst en Daniël Van Dendermonde.
Had 's konings bode hun iets bijzonders te melden, zij konden niet anders dan van boven den muur hem aanhooren. "Het zij zoo!" riep mher Baudewijn. "Hebt gij des graven schat met u?" "Ja, wij hebben hem hier met ons", werd hem geantwoord. "Geheel?" "Ongeschonden en geheel, zooals Frumold, des graven rekenmeester hem volgens eene door hem geteekende lijst ons heeft ter hand gesteld."
Baudewijn Van Aelst, om deze laatste tegenwerpingen te versmachten gebood nog eens de stilte en sprak: "De koning van Frankrijk is nu op reis naar Vlaanderen, aan het hoofd van twintigduizend uitgelezene krijgslieden. Binnen eenige dagen zal hij zelf met den nieuwen graaf te Brugge komen, en zijne beloften u in het openbaar bij eede bezweren.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek