Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 8 juli 2025
Ook het stichten der Sloten van Poederoyen, van Brakel, en van Aelst wordt aan Boudewijn van Heusden toegeschreven; waaruit men zoû moeten opmaken, dat hy, ook elders dan in het eigentlijke Land van Heusden, Heerlijkheden bezeten heeft.
Eindelijk hoorden de Kerels een bevel herklinken, en de boogschutters, met mher Baudewijn Van Aelst en eenige ridders vooraan, kwamen verder op de Markt tot op eenigen afstand van den muur der proostdij. Een bazuingeschal kondigde aan dat des konings afgezant tol de Kerels wilde spreken. Misschien had men den schat des graven niet volledig bevonden en wilde men hen daarover ondervragen.
De Kerels liepen te zamen boven den vestingmuur en toonden kort daarop eene vredevlag, om te betuigen dat zij in de opschorsing der vijandelijkheden toestemden en den bode zouden aanhooren. Baudewijn Van Aelst, Disdir Vos en hunne gezellen begaven zich naar den kant der Hofstraat en traden welhaast op het plein van den burg.
Diederik van den Elzas werd door het Vlaamsche volk tot graaf uitgeroepen, en stelde zich aan het hoofd der opstandelingen. Er begon een bloedige oorlog, die met wisselvallige kansen voortduurde, totdat Willem van Normandië, bij het beleg van Aelst, door eenen burger gewond, het leven verloor. Diederik van den Elzas bestierde Vlaanderen gedurende bijna vijftig jaren, in voorspoed en in vrede.
Eenige woorden slechts wenschte hij met den proost te verwisselen. Dan zou hij onmiddellijk naar mher Baudewijn Van Aelst terugkeeren, en hem boodschappen wat men hem aangaande den gouden kelk en het zilveren vat had gezegd. Op aandringen van Bertulf stemden de anderen toe. Mher Walter werd met eenen doek geblind en naar beneden geleid.
Weder ontstond er luid gemor en driftig gewoel onder de hoofdmannen; maar Baudewijn Van Aelst verhief de stem en ging voort: "De koning en de nieuwe graaf, om den lieden van Brugge hunnen goeden wil te betuigen, hebben besloten dat voortaan geen poorter nog eenige persoonlijke schatting zal betalen.
Toen Bandewijn Van Aelst weder aan den voet van den muur stond, riep de proost: "De veldheer houdt eene jonkvrouw gevangen, die Witta Sneloghe heet en mijne nicht is. Neemt gij als voorwaarde onzer overgaaf aan dat zij insgelijks in vrijheid zal worden gesteld?" Mher Baudewijn begon in schijn over deze vraag met zijne ridders te spreken.
Toen de kastelein Hacket den ridders vroeg wat de reden hunner komst was, riep Baudewijn Van Aelst hem toe: "Ik spreek tot u als afgezant des konings van Frankrijk, die met een leger van twintigduizend man op weg is om naar Brugge te komen. Mij heeft hij belast van u de teruggaaf van 's graven schat te vragen, en mij gemachtigd u daartoe al zulke voorwaarden aan te bieden als ik zal goedvinden.
Mijne gewerkmeesters en mijngravers zijn ongelukkiglijk in het leger met Willem van Normandië. Zonder dit toeval ..." "Dat de heer koning zich daarom niet bedroeve", zeide Baudewijn Van Aelst. "Onder de lieden van Gent zijn behendige gewerkmeesters, een onder anderen, meester Arnold, die om zijne spitsvondigheid befaamd is door geheel Vlaanderen en tot in Duitschland toe."
Baudewijn Van Aelst, de stem verheffende zooveel hij kon, riep tot de Kerels: "Voor u geene genade, moordenaars! Gij hebt op u de eeuwige vermaledijding der gansche Christenheid geladen; gij zult sterven tot den laatste. Men is booswichten geene trouw verschuldigd.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek