Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 2 mei 2025
»Dat 's jammer!" zei miss Campbell, die, zooals men weet, van een geestdriftvolle geaardheid was en zich nu in een geestesvervoering bevond, die haar opgetogenheid nog vermeerderde. Al keuvelende doorkruisten de nieuwe gasten van Staffa de oneffen oppervlakte van hun eiland, die hier en daar met groenende grasstrooken bedeeld is.
Het vooruitzicht derhalve van met dezen wonderman aan ééne tafel te zullen zitten, wond haar volstrekt niet tot dien graad van opgetogenheid op, waar hare tante op gerekend had. "Het zal zeker een heel feest zijn," ging deze waardige dame voort, om Klaartje tot grooter verrukking te nopen; "Gerrit is gepromoveerd."
Eindelijk ontwakende, richtte hij zich met geweld op en riep: "Mijn zoon, mijn zoon! gij begrijpt uw geluk niet. Niet alleen van martelie zijt gij gered, maar insgelijks van allen smaad, van alle schande. De vloek, die over ons geslacht hangt, eindigt bij den dood ... gij zijt dood, mijn zoon!" "En ik heb geen bloed vergoten!" galmde Geeraart met opgetogenheid uit.
Met opgetogenheid en als uitzinnig wierp zij zich vooruit en liet zich tegen de borst van de Jonker vallen; haar twee armen dan om zijn hals slaande riep zij: "Ga, mijn lieve Adolf, verdien de achting mijns vaders, gelijk gij mijn liefde hebt verdiend. Ja, dit geheim heeft lang onbekend in mijn hart gewoond; maar nu gij mij verlaat, nu kan ik het niet meer in mijn boezem besloten houden.
Alles kon hun dit doen geloven, zijn glanzende uitrusting, zijn buitengewone gestalte en het rood kruis dat hij op de borst droeg. Gwyde en Adolf, die zich te midden der vijanden verweerden, bezagen elkander met de grootste opgetogenheid, zij hadden de gulden ridder herkend.
"Spreek mij niet van die Friezen. Hoe kunt gij mijn zoete droomen door het noemen van zulke onbehaaglijke voorwerpen zoo wreedaardig verstoren?" "Om u des te beter het dwaze uwer opgetogenheid te doen gevoelen. Wie weet, die zangster is wellicht eene dier logge, rondwangige, flauwoogige, plompe Friesche deernen, waar gij hedenmorgen niets van wildet hooren."
Zij liep slechts langzaam verder; ook in de veelsoortige winkeltjes, die zij langs kwam, was veel dat haar aandacht boeide en toen zij de galerij verlaten had en, links afslaande, een kijkje kreeg op een groepje zwart-en-wit getinte huizen, sierlijk met de vooruitspringende vensters rustend op ranke, spiraalvormige pilaartjes, was zij één en al opgetogenheid. "Wat een stad!
Kort daarop haalde ik hem van een partijtje bij een zijner vriendjes. "Wat speelde Keesje vanmiddag kranig het Duitsche volkslied. Zoo heelemaal zonder fout uit het hoofd!" De gastvrouw kwam me reeds in de gang tegemoet om haar opgetogenheid te uiten. "Dat moet u Jan ook eens trachten te leeren. Hij is vandaag zeven jaar geworden en wil nu ook graag beginnen met muziekles te nemen."
Wij zien en verwonderen ons over al het fraaie, dat ons getoond wordt, maar wat in bijzondere mate onze opgetogenheid wekt, is eene sfeer van koper, waarop eene bedreven hand de geheele oppervlakte des aardbols met de graveernaald schetst, naar het voorbeeld van eene houten sfeer, uit den winkel van den grooten aardrijkskundige Blaeu.
Breydel antwoordde niet, zijn hart was te vol: bevend van ontroering sloeg hij zijn armen om de doek van de Standaard, en omhelsde alzo de blauwe Leeuw. Hij verborg het hoofd in de vouwen der zijde, en weende enige ogenblikken zonder zich te bewegen; dan liet hij het vaandel los, en kwam in de uiterste opgetogenheid tegen de borst van Deconinck vallen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek