United States or Norway ? Vote for the TOP Country of the Week !


Hoe arm ik ook ben, toch bekruipt mij de angst als ik maar aan hem denk. Ik verdien mijn brood, wel met groote moeite, maar toch heb ik iets overgespaard om den wonderdoenden man te betalen, die mij moet genezen. Als die roovers mij overvielen, mij mijn spaarpenningen afnamen, dan zou ik niet eens medicijn kunnen koopen voor mijn genezing. Is die wonderman beroemd? Wijd en zijd.

Nadat verschillende zendingen aan den koning van Napels niet hebben gebaat, weet de koning zich door een diplomatiek optreden bij den paus de overkomst van den wonderman, zeer tegen diens zin, te verzekeren. Een adellijk geleide haalt hem af uit Italië.

Het vooruitzicht derhalve van met dezen wonderman aan ééne tafel te zullen zitten, wond haar volstrekt niet tot dien graad van opgetogenheid op, waar hare tante op gerekend had. "Het zal zeker een heel feest zijn," ging deze waardige dame voort, om Klaartje tot grooter verrukking te nopen; "Gerrit is gepromoveerd."

Men meene niet, dat een groote figuur als Dionysius de Kartuizer aan de verdenking en spot ontkwam, die den zonderlingen wonderman van Lodewijk XI troffen; ook hij heeft voortdurend te kampen met den smaad en de verguizing der wereld. De geest der vijftiende eeuw staat in een wankel evenwicht tegenover de opperste uitingen van het middeleeuwsch geloof. Bernh. v.

Ildegard, die reeds gedurende achttien dagen de smeltendste blikken uit haar zeegroene oogen op den knappen dokter had geslagen, fluisterde zachtkens: „O! lieve Dokter, u is een wonderman, een ideaal van een dokter,” en zij zag hem daarbij zoo schaamachtig aan, als wilde zij zeggen: „Spreek met mama, Dr. Druff; voor u verzaak ik mijn ouden adel en word voor eeuwig Frau Doctorin....”

Tegen het vallen van den avond brachten Jacob en Evert hem met eene burrie naar huis. Al het voorgestelde kermisvermaak was nu verijdeld; hij zou den reus niet zien, die de Voorpoort van den Hove niet in kon, den "vuurvreter" zou hij niet aanschouwen, noch het muziek onder water hooren van den Amsterdamschen wonderman. En nog mocht hij van geluk spreken, dat zijn vader de zaak zoo liet afloopen.

"Ik weet niet, welk een wonderman Mijnheer De Witt is; maar op mijn woord als Zeeuw kan ik U verzekeren, dat Zijne Edelheid geen zweem van zeeziekte gehad heeft. En wij hadden nog al wat boos weer." "Ich denke," zeide de graaf Van Solms, "dat Zijne Edelheid den kop te vol sjaatsaffaires heeft, om an den magen te denken en dass doerch het sjommelen van het schiff kein invloess op hem heeft."