Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 24 juni 2025


Waarop de andere vrouwen die in het vertrek waren, bemerkten dat ik weende, doordat zij dit meisje zagen weenen: waarop zij haar, die door zeer nauwe verwantschap aan mij verbonden was , deden heengaan en, meenende dat ik droomde, zich tot mij wendden om mij te wekken, zeggende: "Slaap niet langer en wees niet zoo ontroostbaar". En terwijl zij aldus spraken, brak mijne sterke verbeelding af op het oogenblik dat ik zeggen wilde: "O Beatrice, gezegend zijt ge". En reeds had ik gezegd: "O Beatrice" toen ik, opschrikkende, de oogen opende en zag dat ik geijld had.

Zij zag mijn oogen overvol van smart. En luistrend naar mijn waanverwarde kreten, Verschrok zij dus, dat zij luidsnikkend kloeg, Meenend dat ik mijn pijn niet meer verdroeg. En de andre vrouwen, die haar hoorden weenen, Leidden haar zachtkens henen En susten me, om tot rust mij te doen komen. Een zeide er: "Niet meer droomen!" En: "Waarom zoo ontroostbaar?" de andre vroeg.

»Aan mevrouw Hog?" vroeg mijnheer Silvius met eenige verbazing in zijne stem. »Ja, mevrouw Hog," herhaalde het jonge meisje. »Zij zou bepaald ontroostbaar geweest zijn." »Och kom," hernam de professor. »Mevrouw Hog zou geen traan geplengd hebben." »O! mijnheer Sylvius," protesteerde Hulda. »Dat kunt gij onmogelijk meenen," zei Joël Hansen.

Daar hij haar zeer had liefgehad treurde en weeklaagde hij over haar en was ontroostbaar. Een hoveling, die dat opmerkte, waagde op zekeren dag tot hem te zeggen: Koning Oretes, het verwondert mij dat iemand, zoo wijs en groot, niet zou weten hoe men een droefheid als deze kan genezen. Zeg mij hoe, zeide de koning.

Dit land was slechts een kale, onbewoonde rots. Intusschen was de minister terug geslopen naar zijn hut en toen den volgenden morgen gemerkt werd, dat de kapitein verdwenen was, begonnen allen te weenen en te jammeren, en vermoedden, dat hij in den nacht over boord was gevallen en verdronken. Zijn familie was ontroostbaar, vooral zijn vrouw, die hem zeer lief had.

Mijn klaaglijk Lied, van tranen zwaar, nu ga, En zoek opnieuw die maagdekens en vrouwen, Wier liefelijk vertrouwen Uw zusters menigmaal hebben verblijd. Nu ga! maar gij, die Droefnis' dochter zijt, Blijf gij bij hen, ontroostbaar, voortaan rouwen.

Een van hen, die eveneens vleugellam was, deed ik in Polly's kooi, hetgeen haar groote vreugde schonk. Zij kwam oogenblikkelijk op hem af, fluisterde hem haar deelneming in zijn ongeluk toe, streelde met den snavel zijn kop en nek en geraakte innig aan hem gehecht. Toen de nieuweling stierf, was Polly vele dagen lang onrustig en ontroostbaar.

De minne was ontroostbaar over den ongelukkigen toestand, waarin zij en de kinderen zich bevonden.

De jongen sprong met eenen gil van zijnen stoel op, greep het meisje de hand en vroeg: "Lieveken, gij krijscht? Wie heeft er u kwaad gedaan?" Maar Lieveken begon luide te snikken en scheen ontroostbaar. "Nu, Godelieve, spreek, wat is u geschied? Het zal niet erg zijn," zeide moeder Damhout. "Ach, ik mag niet meer leeren lezen!" zuchtte het kind. "Hoe? Waarom?

Er waren destijds al zoovele jaren verloopen, sedert het kleine meisje ontroostbaar was en over «de arme Inge» weende, dat het kind een oude vrouw geworden was, die God nu weer tot zich wilde roepen; en juist in deze ure, waarop de herinnering van haar geheele vroegere leven weer bij haar oprees, herinnerde zij zich ook, hoe zij eens als klein kind tranen gestort had bij het hooren van de geschiedenis van Inge.

Woord Van De Dag

verheerlijking

Anderen Op Zoek