Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 30 september 2025


De weddenschap blijft gelden: zoodra Faust het mindere aanvaardt als voldoend en zijn oneindigen drang ontkent, is hij verloren; maar dus ook: zoolang hij wezenlijke mensch blijft en zijn eeuwigheidsnatuur door eenig voorloopig resultaat van zijn streven niet wordt vervuld zoolang is zijn streven zelf zijn levensweg. Het oneindig streven is de weg van Faust.

ANTIPHOLUS VAN SYRACUSE. Weg, heks! verdwijn! Kom, volg mij, Dromio. DROMIO VAN SYRACUSE. "Nooit ijdel", zei de pauw; die les is niet van stroo. 81 COURTISANE. Nu, buiten kijf, Antipholus is gek; Want anders stelde hij zich zoo niet aan. Wat! voor mijn ring, veertig dukaten waard, Heeft hij een gouden keten mij beloofd, En nu ontkent hij mij èn 't een èn 't ander.

"Niemand, antwoordde ik, ontkent dat gij den rijkdom van Nieuw-Orleans vertegenwoordigt; het komt hier echter aan op personen, en niet op fortuin; en zoo ik mij niet vergis, beweert gij ook dat de conservatieve kandidaten inderdaad de meerderheid van stemmen op zich hebben vereenigd?

Men lette hierop, Grotius' verder beweren hangt hiermede logisch samen. Want omdat het feit van 's menschen socialen aanleg ten grondslag ligt aan het recht, en dit zichtbare feit niet te loochenen valt, volgens de Groot, moet zelfs hij, die het bestaan van God ontkent, toch erkennen, dat er een natuurrecht is.

Wie is Jean Valjean? zegt Champmathieu die zich heel verwonderd houdt. Kom, houd u maar zoo dom niet, zegt Brevet. Gij zijt Jean Valjean. Gij zijt in 't bagno van Toulon geweest; twintig jaar geleden. Wij waren er samen. Champmathieu ontkent! Drommels! Gij begrijpt. Men deed onderzoek, en vorschte de zaak na.

"Sic imperia quaedam esse possunt comparata ad regem utilitatem, ut quae victoria parta sunt"; en dit is daarom nog geen tyranniek bestuur, wijl het woord #tyran# in zijn gewone beteekenis een onrechtmatigheid insluit. Dat het overheidsrecht in den regel ten bate is der onderdanen, wordt door Grotius niet ontkend, wel ontkent hij, dat dit altijd zijn zou.

~Ontkennen~ drukt dit zonder meer uit. Deze schrijver ~ontkent~, dat Jan van Schaffelaar van den toren is gesprongen. De beschuldigde ~ontkent~, dat hij gestolen heeft. ~Loochenen~ heeft de bijgedachte, dat men tegen beter weten in iets ontkent, dus dat men met opzet liegt. Hij ~loochent~ wel dit stuk geschreven te hebben, maar zijn schrift verraadt hem.

ANTIPHOLUS VAN EPHESUS. Ik u betalen? wat zou ik betalen? ANGELO. Wat gij mij voor de keten schuldig zijt. ANTIPHOLUS VAN EPHESUS. Vóór ik de keten heb, ben ik niets schuldig. ANGELO. Ik heb ze voor een half uur u gegeven. ANTIPHOLUS VAN EPHESUS. Gij gaaft mij niets; en krenkt mij, als gij 't zegt. ANGELO. Gij krenkt mij meer nog, heer, als gij 't ontkent.

Ik zeg U, dat hij het is en als hij het ontkent, moet gij hem niet gelooven. Toen zeide de broeder: Mijn dochter, hier is niets anders te zeggen dan dat dit een al te groote vermetelheid en een al te groot kwaad is, en gij deed Uw plicht door hem weg te sturen.

En ook uw ander lief, Demetrius, Die nog zoo even met den voet mij stiet, Dat hij volschoon mij noeme, nimf, godin, Onschatbaar, hemelsch? Waarom spreekt hij zoo, Tot wie hij haat? En wat ontkent Lysander Die min voor u, die heel zijn ziel vervult, En biedt aan mij, als meende hij 't, zijn hart, Dan opgestookt door u, door uwen wil?

Woord Van De Dag

bedrijfsjaar

Anderen Op Zoek