Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 5 juli 2025


Titania, een slaap, die diep verdooft, Zij door muziek op 't vijftal uitgestort. TITANIA. Muziek dan, die een diepen slaap verwekk'! Kom dan; wees, als ge ontwaakt, weer de oude gek. OBERON. Ja, klink, muziek! Mijn , geef mij de hand, En dansend wieg'len wij dit slapersland.

In Engeland en Frankrijk werd de koning der feeën Oberon genoemd; hij regeerde het feeënland met zijn koningin Titania, en de grootste feesten op aarde werden in Midzomernacht gehouden. Dan kwamen al de feeën rondom hem samen en dansten zoo vroolijk. Viert dan, blij als vogel, feest, Iedere elf en toovergeest Zingen saam in harmonie, Dansen op de melodie. Alf-blot.

Inmiddels zijn wij de stad ingewandeld. In het voorbijgaan werpen wij een blik op het huis, waar Wieland, de dichter van Oberon, tien jaren lang, tot aan zijn dood in 1813 woonde.

Hij had spoedig een soort van comedie "De gouden bruiloft van Oberon" gereed, waarin hij zijn belagers opnieuw ongenadige straffen toediende. Maar Schiller vond dat het nu mooi was: tegen domheid stonden zelfs de goden machteloos. Het stuk bleef liggen, en werd later in Faust verwerkt.

OBERON. Heb ik dit sap, Dan let ik op Titania, en drup, Zoodra zij slaapt, het vocht haar in het oog; En 't eerste, wat zij bij 't ontwaken ziet, Het zij een leeuw, een beer, een wolf of stier, Een valsche baviaan of drollige aap, Dat hang' zij aan met alle kracht der min. En eer haar oog door mij onttooverd word', Ik k

Want Oberon is zeer gekrenkt en boos, Wijl zij een lieflijk kind als dienaar koos, In Indië geroofd, een koningszoon; Nooit had ze in haar gevolg een knaap, zoo schoon; Naijvrig vorderde Oberon dit kind, Opdat het hem door 't woud de paden vind'; Zij weigert hem het lieve wicht en vlecht Er kransen voor, is teêr er aan gehecht; En waar hij nu bij 't sterrenlicht haar ziet, In veld of bosch, of aan een heldren vliet, Daar volgt een twist, die heel hun elfenstoet Verschrikt in eikelnapjes schuilen doet.

Windekind trok hem ter zijde: 'Het is maar beter, dat wij weggaan, Johannes! fluisterde hij, 'gij hebt het weer verkorven. Ja! Ja! dat komt er van, als men bij menschen is opgevoed! Haastig glipten zij onder de vleugels van den vleermuisportier door en kwamen in de duistere gang. De beleefde glimworm wachtte hen op. 'Hebt gij u goed geamuseerd? vroeg hij. 'Hebt gij koning Oberon gesproken!

OBERON. Bloem, die Liefdes pijl zoo goed Spelend trof, uw purpren bloed Dringe in 't oog hem en gemoed! Als zijn lief zich tot hem spoedt, Straal' ze in even heldren gloed, Als de Morgenster het doet! Als ge ontwaakt en zij u groet, Smeek dan, dat ze uw leed verzoet'!

Zij was een stervling; 't jongske was haar dood; Om harentwil breng ik haar jongske groot; Om harentwille scheide ik niet van hem. OBERON. Hoe lang vertoeft gij denklijk in dit woud? TITANIA. Waarschijnlijk, totdat Theseus is getrouwd. Neemt gij weer rustig deel aan onzen dans, En ziet ge ons maanlichtfeest weer aan, zoo kom; Zoo niet, mijd mij, en ik mijd uw verblijf.

OBERON. Ik ben benieuwd, of reeds Titania Ontwaakte en wat het eerst in 't oog haar viel, Waar ze op verlieven moest met hart en ziel. Daar komt mijn bode. Zeg, mij, dolle geest, Wat is er in dit spookbosch aan de hand? PUCK. Voor een gedrocht is mijn meestres ontbrand.

Woord Van De Dag

soepe

Anderen Op Zoek