Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 10 juni 2025
"Nun, nun," zei Vogel.... en hij suste weêr klakkend met zijn tong, "laten we hem met vrede; 't is waar, moi, je suis un homme fini.... waarvoor en waarom leef ik nog.... is het niet omdat ik te lui en te bang om te sterven ben?"
Vertalers van Hamel's Journaal hebben deze passage aldus weergegeven: "Als wir nun daselbst waren, hatte unser Steuermann die Höhe genommen, und so viel befunden, dasz disz Quelpards insel were, so auf der Höhe von 33. graden und 32.
En Nun, de groote god, wiens woning in de wateren van de lucht is, antwoordde: Mijn zoon Ra, grootste van de goden, machtigste der koningen, uw troon is bevestigd, en de geheele wereld zal u vreezen, wanneer gij uw dochter, uw oogappel, uitzendt tegen hen, die u aanvallen."
Wij zullen dus in het vervolg onze rijst gaan verdienen. De Nun Schum leert ons: »In het leven zijn hoogten en laagten. Het rad der fortuin draait zonder ophouden en de wind kan veranderen! Rijk of arm, ieder moet zijn plicht vervullen!" Laat ons gaan." En waarlijk, Wang was gereed om als een practisch philosoof, onmiddellijk het heerlijke gebouw te verlaten. Kin-Fo hield hem tegen.
Vogel kwam aangedrongen, Johan rakend en toen los, toeschietelijk met het goeielijke in zijn gepraat dat hij hebben kon, liep hij weêr te vragen: "Alzoo gelooft ge wezenlijk, dat een vreemdeling die hier veertien dagen is, als gij; die komt waar wij komen, als gij; op een avond naar bed zou kunnen gaan, dadelijk na zijn diner, en zijn twaalf, nun, zeggen we elf uurtjes, kan doorslapen zonder dat wij het zouden weten?.... hoe is dat zoo?.... pscht," slikte hij tot fluisteren zijn stem in, "loopt u een beetje hier, daar komt monsieur Crépieux aan.... ik ken zijn lantaren."
"Al dat wat ge hier ziet.... we hebben nog een exemplaar.... een jakhals.... daar achterin.... hoor hem loopen, ça m'embête et ça pue.... daar is rooken goed voor.... kijk, ik rook niet zwaar.... komt van Rotterdam, zoo ge ziet.... nun.... nun.... al wat ge hier nog meer ziet, is nu de weelde van mijn patroon, monsieur Crépieux, maar weet ge wat zijn rêve is.... raad eens?"
"Zoo, zoo, ook nog een brief geschreven, wel dat's braaf," lachte de ander, "nun das versteh ich, war doch auch einmal jung, leidenschaftlich jung".... zijn geluid stond.... "En ze is mooi?" "Wat?.... o, erg mooi, bepaald heel mooi, wissen Sie." "Hm.... dat zeggen wij mannen allen."
Nog een blik vol weemoed werpt hij op de beide portretten en staart dan doelloos in den tuin, waarin de vlinder in de zonnestralen dartelt, als het beeld van het herboren leven. Feldeinwärts flog ein Vögelein Und sang im munteren Sonnenschein Mit süssem, wunderbaren Ton: Adé ich fliege nun davon! Weit! weit! weit! Reis' ich noch heut! zingt een glasheldere meisjesstem in den tuin.
"Al die daar heb ik zelf zoo geprepareerd.... die blauwe.... vliegende.... mooi hè.... dat is een.... nun, nun.... excusez-moi, er zijn wat gaten in mijn geheugen.... ratten".... Het lijf los van de tafel had hij omgekeken, wees toen over den schouder met den duim in den wilde.
Kom doe dat brood nou van tafel! .... Schöne wîp wil zeggen Schönes Weib.... "Darumbe muosten degene vil verliesen den lîp....," dat moeten jullie zoo lezen: "Um die viel Degen müszten verlieren Leben und Leib" .... Driebels, was heiszt nun Wip?" "Wip? Wip?...." "Weet je 't niet? Dan jij?" "Wip.... Weib." "Gut so.... Weiter.... Die dritte Strophe."
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek