Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 11 oktober 2025


"Ik ben vermoeid," zeide Madzy, die haar knieën onder haar voelde knikken: "ik wilde, zoo mogelijk, wel een oogenblik nederzitten." "Neem mijn arm," zeide Ottilia: "en leun op mij: wij zullen ons ginds op dat bankje nederzetten, en Zweder zal u wat te drinken brengen, niet waar Zweder?" Zweder was een neefje van Ottilia en diende als page bij de Gravin.

En dan wordt het mij duidelijker en duidelijker, dat, om Futurist te zijn, de twintigste-eeuwer vooral in zijn ziel géen sentimentalisme moet voelen, even weinig als mijn pas geboren neefje, dat ook alleen aan de naaste Toekomst denkt: de Toekomst van de hem dan toe komende moeder- of andere melk... En waarom is het dus voor òns zoo moeilijk Futurist te zijn, zelfs al erkennen wij, dat er wel wat goeds kan zijn in de nieuwe beweging?

Saviotto beklaagde zich over zijn weinige kennis van vreemde talen en vertelde ons vol trots van een neefje dat gids kon zijn in 't fransch, duitsch en engelsch. Op een der vele varkens wijzend zeide hij: ik weet alleen pig, schwein, cochon en wat de signore op zijn neus heeft zijn spectacles.

Zijn kameraden brachten de boodschap over aan den jongen Bernard, of die van zijn neefje afscheid wou komen nemen. Hij kwam, maar zocht den vluchteling met geen woord tegen te houden. Zoo trok Jean Jacques, door vrees bewogen, op zijn zestiende jaar de wereld in.

Eerst in later dagen werd hij zich pijnlijk-bewust, hoe snel zijn karakter in korten tijd was vervallen. Met zijn neefje Bernard kwam hij nu nog maar weinig samen. Die woonde in de hooge stad, het kwartier der notabelen; hij, Jean Jacques, in de lage, waar de ambachtslieden huisden en het gemeene volk. Zoo was hij dan geheel en al ontrukt aan zijn oude warme levenssfeer.

"Wat is mogelijk?" vroeg de Heer Bos: "kent gij dien Heer?" "Waarlijk!" antwoordde zij: "ik weet niet ... maar die Heer lijktent zoo sprekend op een neefje van Mevrouw, die wel eensjes bij ons kwam, jaren geleden.... Maar het kan toch niet wezen. Immers...."

Zij vliegen vroolijk in het rond, Of kruipen langzaam op den grond, En brommen haast den heelen nacht. Zeg Pieter, had-je dat gedacht? Wel neefje, ben je nu tevreê? En valt het aantal je niet meê? Me dunkt, je hebt nu overvloed. Ontvang ten slotte onzen groet.”

"Zoo," zeide de weduwe; "mijn neefje heeft laatst ook een prijs gekregen; en hij is toch pas zeven jaar." "Een zeer voorspoedig kind, mevrouw," was Marcels antwoord. "Maar," drong de weduwe aan, "kan mijnheer ook treurige verzen maken?" "Beter dan wie ook, mevrouw, want hij heeft veel verdriet in zijn leven gehad.

En dit zou sterker in hem worden, tot de tijd kwam, dat hij zijn verontwaardiging òmsmeedde tot gloeiende woorden tegen de algemeene oorzaak van alle verdrukking en onrecht: de maatschappelijke ongelijkheid. De bekoring van het vredig leven in de pastorie was gebroken, de zachte gemeenzaamheid verstoord. Jean Jacques keerde met zijn neefje naar Genève terug.

Zelfs exploiteerde men hem onlangs op een weldadigheidsmatinée en moest het kind, na het zingen van een sentimenteel liedje, een ommegang doen voor de uitgehongerde oorlogskinderen. Ik zou dat niet toegestaan hebben, maar het was mijn zaak niet. Wat wel mijn zaak was en er mede verband houdt, is het volgende. Ik ben bij mijn neefje in Den Haag gelogeerd. John weet, dat ik veel van muziek houd.

Woord Van De Dag

bouwlanden

Anderen Op Zoek