Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 5 juni 2025
Tijdens Marcels afwezigheid ging Rodolphe, vast besloten de soirée, het mocht kosten wat het wilde, te geven, naar zijn vriend Colline, den hyperphysischen wijsgeer, die vlak in de buurt woonde. "Ik kom je verzoeken," zeide hij tegen hem, "mij een dienst te bewijzen. In mijn qualiteit van gastheer moet ik beslist een rok hebben, en .... ik heb er geen .... leen me de jouwe ...."
"Ja," zeide Musette met een blik op de overblijfselen van het vijfdaagsche feestmaal; "ik kom te laat." "Waarom?" vroeg Marcel. "Waarom?" zeide Musette .... en kreeg een kleur. In plaats van antwoord te geven ging zij op Marcels knieën zitten; zij beefde nog steeds en haar handen waren blauw van de kou. "Was je niet vrij?" vroeg Marcel haar fluisterend. "Ik niet vrij!" riep Musette uit.
"Met andere woorden, hij wil ons exploiteeren, hij wil in onze karossen gezien worden." "En wat is zijn beroep?" was Marcels vraag. "Zijn kunstrichting? Zijn beroep? Litteratuur en philosophie door elkaar." "Waaruit bestaat zijn philosophische kennis?" "Hij beoefent een kleinsteedsche wijsbegeerte. Hij noemt de kunst een priesterschap." "Een priesterschap!" riep Rodolphe verschrikt uit.
"Zoo," zeide de weduwe; "mijn neefje heeft laatst ook een prijs gekregen; en hij is toch pas zeven jaar." "Een zeer voorspoedig kind, mevrouw," was Marcels antwoord. "Maar," drong de weduwe aan, "kan mijnheer ook treurige verzen maken?" "Beter dan wie ook, mevrouw, want hij heeft veel verdriet in zijn leven gehad.
Toen het Marcels beurt was, om zijn bevindingen mede te deelen, merkten zijn vrienden niets meer van de vijandelijke gezindheid, die hij in den beginne ten opzichte van Carolus getoond had. Den vierden dag deelde Colline Barbemuche mede, dat hij toegelaten was. "Wat? Ben ik heusch toegelaten?" riep Carolus dol-verheugd uit. "Ja", antwoordde Colline, "maar als u u verandert."
"Wat?" zeide Rodolphe ongerust, "trek je Methusalem weer aan?" "Ik moet wel!" was Marcels antwoord. "God wil het, en mijn kleermaker ook; trouwens er zijn pas nieuwe knoopen aangezet, en ik heb hem pas met Frankfurter zwart opgeknapt." Methusalem was de rok van Marcel; hij noemde dien zoo, omdat het de doyen van zijn garde-robe was.
"Nu kunnen we niet meer terug," had Rodolphe gezegd; "we hebben onze schepen achter ons verbrand; we hebben nu nog acht dagen voor ons om de honderd francs te vinden, die we, om een dragelijk figuur te maken, beslist noodig hebben." "Als we ze noodig hebben, zullen we ze wel krijgen ook," was Marcels antwoord geweest.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek