Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 13 juli 2025
Toen dorsten we niet verder en liepen maar weer naar Amsterdam terug en liepen achter elkaar langs de Naarder trekvaart en zongen, en een boerenmeid zei tegen een boerenjongen: "D'r het niks van in de krant 'estaan jong, hoe vin je dat nou? wist jai d'r van?" Dus deden we maar niks. Ja toch, in dien tijd maakte Bekker z'n eerste gedicht. 'k Weet 't nog heel goed, 't was op een Zondag, natuurlijk.
Hoe hij was den hemel naarder Hoe den val hem is te zwaarder, Hoe hij meerder opwaarts steeg Hoe hij dieper valt om leeg. Hoe hij meerder rees verkorseld Hoe hij platter valt vermorseld.
„Ja, dat kan wel wezen; hij was ten minste lang niet goed ’s avonds; onder weg had hij nog zoo’n soort van flauwte. Och kom! is hij toen naarder geworden?” „Heel erg; hij zit pas sedert een dag of drie op.
"Nu ja!" zeide ik op een onverschilligen toon: "ik heb met haar in de Naarder schuit gezeten. Wat zou dat?" "Juste! maar UEd. heeft niet gepasseerd den nacht te Naarden: evenmin als zij." Ik hield mijn oogen strak op hem gevestigd; maar ik kon niet doorgronden of hij mij wilde toonen, dat hij het geheim wist, dan wel of hij het integendeel zocht uit te vorschen.
"Wat wil men?" vroeg Tante: "wie van het gezelschap moet er gepakt worden." "Van het gezelschap niemand," antwoordde de Naarder Onderschout: "maar het zal UEd. niet weinig bevreemden van te vernemen, dat die vrouw daar goedvindt uw hoeve tot een logies voor verdachte lieden te bezigen.
"Juist! indien hij niet van hier is, moet hij zich hier nog bevinden," zeide de Naarder Onderschout, deze alleszins logische redeneering met een veelbeteekenend hoofdknikken verzeld doende gaan: "wat dunkt u er van, Heer Hoofdschout?"
"Arme Suzette!" riep zij uit, haar om den hals vallende, "wat zult gij beginnen!" En zij snikte zoo luide, dat haar moeder haar tot zich nam en zeide dat zij zich een weinig matigen moest, want dat zij Suzette "nog naarder maken zou". "Ik wenschte dat ik zoo schreien kon, juffrouw De Groot!" zei de ongelukkige bedaard; en weder nam zij hare vorige houding aan, met het hoofd in de hand.
"Daar is wat van aan," zeide Tante: "en ik kan toch ook niet vinden, dat mijn erf er door onteerd is, dat er een Grande van Spanje op gelogeerd heeft. En wat is er van hem geworden? Die arme Van Lintz! hij is zoo dikwijls mijn Cavalier geweest." "Dat is juist de vraag, wat er van hem geworden is," zeide de Naarder Onderschout: "hij heeft, ondanks al onze voorzorgen, weten te ontsnappen."
Hun haat tegen het nieuw vervoermiddel bleef stug en onveranderd, maar van een anderen kant vonden ze 't heel naar, dat ze Fietje dit genoegen niet konden schenken: en nog veel naarder vonden ze 't, dat Fietje nu niet het minste genot meer scheen te vinden in de rijtoertjes waarop zij haar, stiekum voor elkaar, af en toe weer trakteerden, terwijl het reeds een paar keer gebeurd was, dat Fietje gewoonweg, en niet zonder een greintje minachting, voor de eer bedankte, en beweerde, dat ze net zoo graag te voet ging.
't Ishomdat je de zeun van dan Oofd-hoffiesier bent God zegen hem 't is een schraal loon dat hik van 'Eynsz ontvang. Hik khan er waarachtig niet van bestaan. En hik 'eb ommers gheen woord er van ghesproken, dat je met die Jiffrouw in de Naarder schijt 'eb gheseten?" "Denkt gij," zeide ik wrevelig, "dat ik mij bekommer over hetgeen gij van mij vertelt? Maar wat doet gij nu hier?
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek