Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 22 november 2025
Mijnheer Reimond leeft nog; hij wandelt gansche dagen in den hof; hij is zelfs liefhebber van bloemen geworden en lacht niet zelden de natuur aan als ware het leven op aarde hem zoet.
Madame De Thoux liet haar hoofd in hare handen zinken en barstte in tranen uit. "Hij is mijn broeder!" zeide zij. "Madame!" zeide George, op den toon der hoogste verbazing. "Ja," zeide Madame De Thoux, trotsch het hoofd opheffende en hare tranen afwisschende. "Ja, Mijnheer Shelby, George Harris is mijn broeder."
"Zij heeft haar heele leven door altijd een goed voorbeeld gehad, mijn beste," fluisterde mijnheer March, terwijl hij zijn oogen vol liefde liet rusten op het vervallen gelaat en de vergrijsde haren naast zich. Daisy kon haar oogen maar niet afhouden van de mooie tante, en haar handjes niet van de kostbare châtelaine, die zooveel onbekende heerlijkheden bevatte.
Ik twijfelde niet, of het moest een dier zotten zijn, welke zich keizer of koning wanen; maar hij stak den vinger gebiedend tot mij uit en zeide op plechtigen toon: 'Kniel en bid, ik ben God-de-zoon! Maar even ras kwam een andere zot toegeloopen, en deze riep met koddige verontwaardiging: 'Geloof hem niet, mijnheer; hij liegt. Ik ben God-de-vader en ik ken hem niet!"
Scipio komt Gil Blas opzoeken in den toren te Ségovië en deelt hem veel nieuws mee. Ons gesprek werd afgebroken door Tordesillas, die zei: "Mijnheer Gil Blas, ik heb zooeven een jongeman gesproken, die zich aan de deur van deze gevangenis aanmeldde. Hij vroeg of gij hier gevangen waart.
Marius kon nauwelijks in dien vriendelijken glimlach van den onderdanigen mensch, den dierlijken, even te voren schuimbekkenden man herkennen; met verbazing aanschouwde hij deze phantastische en verontrustende herschepping, en hij had het gevoel van iemand die een tijger in een solliciteur zag veranderen. "Mijnheer..." zei Thénardier.
Het is wel gebeurd dat sommige menschen zeiden: mijnheer Buysse heeft over ons geschreven. Maar dan werd er weer aan getwijfeld, omdat sommige dingen niet precies klopten. Je componeert je boeken, nietwaar? je neemt iets van die en neemt iets van een ander, en daarvan maak je je personages. De menschen in mijn boeken zijn niet heelemaal integraal zooals zij langs de wereld loopen.
't Werd nu stil, en mijnheer Denappel zeide: »Waagde Vgiendjes! Ik heb een gecht pgettigen middag gehad en met vgeugde heb ik gezien, dat je op de stelten gechte bazen bent. 't Spijt me wel, dat ik voog iedeg van jelui geen pgijs beschikbaag heb, want ik zou eg je gaag allen een geven. Dat kan nu eenmaal niet.
Het is overigens wel te excuseeren, dat hij niet bij u is verschenen, zoodra hij in de stad kwam; wij zijn namelijk bestolen geworden, men heeft ons op reis onze koffers ontroofd." "Die jongeman zegt de waarheid, mijnheer de Moyadas," viel ik hem in de rede, "en dat is de reden waarom ik nog niet bij u was.
Verder?" "Mijnheer Toronthal had evenwel sedert twee dagen met zijne dochter die fraaie woning van de Stradona-laan verlaten, zonder dat iemand wist, waarheen zij gegaan waren. Ziedaar alles wat ik op mijne pogingen om inlichtingen te verwerven, kon vernemen." "O, noodlot!" riep dokter Antekirrt uit. "Zonder dat iemand wist waarheen zij gegaan waren?..." "Ja, heer dokter."
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek