United States or Western Sahara ? Vote for the TOP Country of the Week !


Om nog een laatste hand aan het werk te slaan, moest Scipio weer terug naar Madrid. Zijn derde reis duurde niet lang. Na acht dagen keerde hij terug met de tijding, dat de prins, hoewel niet zonder moeite, mijn bevrijding van zijn vader had verkregen. Denzelfden dag kreeg ook Tordesillas bericht.

De olympische schoonheid van het hoofd van Elia, de krachtige modelleering van de handen en de voeten, die uit het wollen gewaad te voorschijn komen, doen dadelijk denken aan de spaansche leerlingen van Michel Angelo. En daar men niet aan Berruguete wordt herinnerd, moet het werk worden toegeschreven aan Tordesillas of misschien eerder aan Bercera.

Dat is den koning ter oore gekomen; hij heeft den graaf verbannen en u naar hier gezonden om met alle strengheid te worden behandeld." Ons gesprek werd gestoord door bedienden, die brood, wijn, hazepeper en een jong kalkoen binnenbrachten. Toen wij alles hadden, zond Tordesillas de bedienden weg, zoodat wij vrijuit konden praten.

Toen ik bezig was mij te kleeden, kwam Tordesillas binnen, gevolgd door een oude dienstbode, die mij handdoeken, hemden en ander linnen bracht. "En hoe hebt ge den nacht doorgebracht? Hebt ge nog wat kunnen slapen?" vroeg hij. "Ik zou misschien nog slapen," antwoordde ik hem, "als ik niet gewekt was geworden door een stem begeleid door een guitaar."

Alles werd toen verkocht en ik voegde mij naar dat gebruik en daar nu alles gegeven wordt, heb ik mijn onomkoopbaarheid teruggekregen." Don André de Tordésillas werd dus gouverneur van de koninklijke gevangenis te Valladolid en vertrok weldra naar die stad, even voldaan over zijn nieuwe betrekking als ik het was, dat ik mij gekweten had van de schuld, die ik aan hem had.

Men overlaadde mij met dankbetuigingen en na eenige dagen deed don Alphonse zijn luisterrijken intocht in Saragossa. De inwoners van Aragon gaven door hun gejuich te kennen, dat ze zeer waren ingenomen met den vice-koning, dien ik hun had gegeven. Gil Blas ontmoet bij den koning don Gaston de Collogos en don André de Tordésillas; waar zij alle drie heengingen.

Wij wisselden wederzijds eenige complimenten en ik vertrok, nadat ik het adres van Tordésillas gevraagd en hem beloofd had, dat hij binnen acht dagen van mij zou hooren. Een paar dagen later stelde de minister mij in de gelegenheid den slotbewaarder te helpen.

Ik was altijd zoo vooringenomen geweest tegen dokters, dat ik ook nu, wanneer ik nog aan het leven gehecht was geweest, die heeren zeer slecht zou hebben ontvangen, maar ik was het leven zoo moe, dat ik er Tordesillas dankbaar voor was, dat hij mij in hun handen stelde. Een van hen zei: "Mijnheer, voor alles is het noodig, dat u een onbeperkt vertrouwen in ons hebt."

"Maar," merkte de minister op, "'t is volstrekt niet noodig Madrid te verlaten, ge kunt van tijd tot tijd de gevangenis te Valladolid eens gaan bezoeken." "Ik wil die betrekking niet, tenzij u mij toestaat daarvan afstand te doen aan een braven edelman, don André de Tordésillas, die vroeger torenbewaarder is geweest te Ségovia en mij tijdens mijn gevangenschap zeer goed heeft behandeld."

Hij zei: "Mijnheer Gil Blas, ge ziet een van uw oude vrienden voor u. Ik ben don André de Tordesillas, die met u samenwoonde in Granada, in dienst was van den aartsbisschop en op uw voorspraak een zending kreeg naar Mexico.