Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 8 juli 2025
Mijne arme moeder, die nu bij den Heer is, beschuldig ik insgelijks niet; maar de vrijheid, ziet gij, is een kostbaardere schat dan het leven; en wat moeite ik er ook toe inspanne, ik kan mij aan de dienstbaarheid niet gewennen." Er bleef eene wijl stilte. "Alzoo, gij zijt waarlijk vrij geweest?" murmelde Martha. "Gij hoort het wel. Wat ik zeg is enkel waarheid.
Wie Kerel geboren is blijft het zoolang hij zijne vrijheid behoudt." "En wanneer men wil ophouden Kerel te zijn?" "Men kan dit niet, Martha. Men is door eenen onverbreekbaren band aan het Gilde verbonden." "Welnu, zijn vader, vroeger kastelein van Brugge, was een Kerel, in het Veurne-Ambacht geboren.
Zou het Zijne Hoogheid zijn?" "Misschien wel. Is hij dan reeds hier?" "O, ja reeds van morgen gekomen. Hij heeft de werven der Admiraliteit bezocht. Hij ..." Martha kon niet voleindigen wat zij wilde zeggen; want de deur ging open en de Prins gevolgd, door den Pensionaris De Huybert, den Schout en twee heeren der Admiraliteit, trad de gevangenis binnen.
Na een half uur kwam Mathilde terug met Martha, de linnenmeid, die ook als kamenier dienst deed en Frédérique ging zitten, vlak voor den spiegel, in haar onderlijfje en haar blauwe schoentjes. Net zoo eenvoudig en snoezig als verleden keer, Tilly! vleide Frédérique, terwijl Martha nu de kam, dan een frizeerijzer, of een haarspeld aangaf. O, het is hier koud geworden!
Jonkver Placida was te huis en wachtte zelfs op mher Robrecht, meende de schalk. Hij leidde den jongen ridder over den neerhof en opende voor hem de deur eener kamer, waar Placida bij het venster was gezeten met hare oude dienstmeid Martha. Op de tafel bemerkte hij met verwondering de dooze die zijne beloftegift bevatte.
Het huis, voor welks deur wij ons ter ruste hadden gelegd, behoorde aan de Glacière en de tuinman, die het bewoonde, heette Acquin. Toen ik door hem in zijn huiselijken kring opgenomen werd, bestond zijn gezin uit vijf personen: de vader, dien men vader Peter noemde, twee zoons Alexis en Benjamin, en twee dochters, Martha de oudste en Lize de jongste der kinderen.
Zijn linkervoet deed hem vreeselijk pijn en belette hem te denken aan den gevaarlijken toestand, in welken hij verkeerde. Wat zou zijn vader wel zeggen! Wat zou Martha ongerust zijn! En wat zou hij een pak slaag krijgen! Waarlijk, een heerlijk kermisgeschenk! Ja, al die pret van de kermis kon hij nu wel uit zijn hoofd zetten; want tot straf zou hij wel nergens naar toe mogen!
Toen deze moeielijkheid zich opdeed, was hij op het punt zich aan al de onstuimigheid van zijn karakter over te geven en ik voorzag een heftig tooneel, toen het twee uur sloeg op het kleine uurwerk op den schoorsteenmantel. Dadelijk opende de goede Martha de deur van het vertrek, zeggende: "De soep staat op tafel."
"Ga voor 't vuur zitten, lieve, en warm je es." "Nee, nee! Daar komt vader," riepen de twee jonge Cratchits, die overal tegelijk waren. "Verstop je, Martha, verstop je!"
"Toen heeft Pieter hem zeker een ongelukkigen slag toegediend." "Neen, Uwe Hoogheid," hernam Martha. Uwe Hoogheid kan zich voorstellen, hoe woedend Pieter was. In zijn drift zwoer hij bij hoog en bij laag, dat het den baas zou berouwen en dat hij het hem betaald zou zetten. Maar Uwe Hoogheid weet ook, dat driftige menschen niet wraakzuchtig zijn. Zoo is het ook met onzen Pieter.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek