Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 8 november 2025


Ga mijn kind! en doe wat ik u gelast heb: blijf verder Martha maar wat helpen: ik heb, gelijk gij weet, nog wat met dien Heer te spreken." Amelia zuchtte en vertrok, het hoofd schuddende en den borstel beschouwende. "Zij is er niet in gesticht," zeide haar vader, haar naoogende: "en ik kan het klaar begrijpen; want mijzelf hindert het ook.

MEVR. BERNICK. Wat zegt u daar? BERNICK. Dina! JOHAN. Zij! Uw...? MARTHA. O neen, neen, Dina! LONA. Leugens. JOHAN. Dina ... zegt die man de waarheid? Ja.

Je hebt waarlijk wel noodig, dat je je een weinig verwarmt, en toch maken de booze tongen heel wat ophef van de slokjes, die je drinktEn nu duurde het maar weinige oogenblikken, of al de woorden van den burgemeester waren aan de waschvrouw overgebracht; want Martha had alles gehoord, en zij had er zich over geërgerd, dat hij op zulk een wijze tegen het kind over diens eigen moeder en over de weinige droppeltjes sprak, die zij gebruikte, en wel omdat het juist op een dag gebeurde, waarop de burgemeester een groot gastmaal gaf, waarbij de wijn bij stroomen vloeide. «Fijne wijnen en koppige wijnenvoegde zij er bij. «Maar dat noemt men geen drinken!

Katherina, haast u wat, als ik u verzoeken mag; sedert tien jaar dat wij samen wonen, zijt ge altijd te laat geweest. Wat is er? Wat wilt ge, Martha? Speelt ge weer voor gendarme? Wat ik aan Katherina zeg, is in vrede en vriendschap. Ik weet zeer goed, dat Katherina de beste zuster is, zooals gij, Martha, de beste dochter zijt.

Hier hielden wij voor een schuur stil, welke tot stalling diende, stapten af, en wandelden naar het woonhuis; en niet weinig keek ik op, toen de vrouw, welke ons aan de deur verwelkomde, niemand anders bleek te zijn dan de oude Martha, en haar woning dezelfde, waarin mij de Heer Bos ontvangen had.

Op Zondag, den 25sten Mei 1863, keerde mijn oom, professor Lidenbrock, haastig terug naar zijn huisje No 19 van de Koningstraat, eene der oudste straten van de oude wijk te Hamburg. De goede Martha zou bijna gedacht hebben veel te laat te zijn, want het middageten was nauwelijks aan de kook op het fornuis in de keuken.

LONA. Naar een oude stiefzuster?... wat zou hij daar nog aan hebben? Om hun geluk te bereiken, verscheuren mannen zoo gemakkelijk wat hen bindt. MARTHA. Ja; dat gebeurt wel eens. LONA. Maar wij blijven bij elkaar, Martha. MARTHA. Kan ik dan iets voor je zijn? LONA. Voor wie zou je méér kunnen zijn? Wij twee pleegmoeders ... hebben wij niet allebei onze kinderen verloren? Nu zijn wij alleen.

De goede Martha maakte wat warm bier met boter en suiker klaar; dit middel, dacht zij, was het beste, en daarop begaf zij zich naar de rivier, waschte heel slecht, maar noemde het goed, en deed eigenlijk niets anders dan de natte wasch in de mand doen. Tegen den avond zat zij in het armoedige kamertje bij de waschvrouw.

Toen de goede Martha het huis wilde verlaten om naar de markt te gaan, vond zij de deur gesloten; de huissleutel stak niet in het slot. Wie had hem er uitgenomen? Stellig mijn oom, toen hij den vorigen avond van zijn haastig uitstapje was teruggekomen. Was het met voordacht? Was het bij vergissing? Wilde hij ons de kwellingen van den honger laten ondergaan? Dat dacht mij toch wat al te erg. Hoe!

Door de praatjes van Martha was de tijding van zijn vertrek naar het middelpunt der aarde over de geheele wereld verspreid. Men wilde er geen geloof aan slaan en, toen men hem terugzag, geloofde men het evenmin. Toch brachten de tegenwoordigheid van Hans en verschillende berichten uit IJsland allengs eenige verandering in de openbare meening.

Woord Van De Dag

sporadische

Anderen Op Zoek