Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 24 mei 2025
En veertien dagen na de terugkomst in Tanger vertrokken luitenant Frank met Dries, de kapitein met zijne aanstaande vrouw en Mohammed met het stoomschip naar Marseille, tot aan het strand uitgeleid door den trouwen Selam en door Aroesi, en zoolang men elkaar nog kon onderscheiden zag men de twee brave, dappere en trouwe Mooren op Afrika's strand staan, de boot naoogende, die hunne vrienden wegvoerde naar het beschaafd Europa, de vrienden met wie zij lief en leed, vreugde en gevaar hadden gedeeld in het waarlijk barbaarsche Barbarije.
Ga mijn kind! en doe wat ik u gelast heb: blijf verder Martha maar wat helpen: ik heb, gelijk gij weet, nog wat met dien Heer te spreken." Amelia zuchtte en vertrok, het hoofd schuddende en den borstel beschouwende. "Zij is er niet in gesticht," zeide haar vader, haar naoogende: "en ik kan het klaar begrijpen; want mijzelf hindert het ook.
Dit gezegd hebbende, maakte hij rechtsomkeert, liet Pulver bedremmeld staan, stapte de stoep af, en, in het voorbijgaan het gezelschap, dat op het voorplein stond, deftig groetende, wandelde hij zonder overhaasting de plaats af. "Nu! ik mag lijden dat mijn fokkemast in een nachtkaars verandert," zeide Pulver, hem verbaasd naoogende: "indien ik ooit zulk een gelijkenis meer gezien heb."
Afgemeten en langzame voetstappen dreunden eenigen tijd door het riool, maar stierven allengs in de verte weg; de groep der zwarte gestalten verwijderde zich, een huiverend licht vormde in 't gewelf een rooden kring, die allengs kleiner werd en eindelijk verdween; de diepste stilte keerde terug en de duisternis werd volkomen; blindheid en doofheid heerschten weder op deze plaats, en Jean Valjean, die zich niet durfde verroeren, bleef een geruimen tijd met luisterend oor en starenden blik, de verdwijning dezer schimmen-patrouille naoogende, tegen den muur aangedrongen staan.
"Lichtzinnig, maar goedhartig," zeide Joan, hem naoogende. "Heer Fiskaal! ik volg u waar het wezen moet: breng mij waar gij wilt. Sedert lang is mijn verblijf mij onverschillig." "Wij zullen niet ver gaan," zeide de Fiskaal: "Mijnheer! hier is uw weg." Dit zeggende, toonde de Fiskaal aan Joan den ingang van den kerker boven de Gevangenpoort, waar zij zich voor bevonden.
Ha! nu ontwikkelt zich het geval!" riep de monnik: "was die vreemdeling Ridder Reinout van Verona?.... Zoekt overal, vrienden! er is goud te verdienen voor hem, die haar weervindt!" "Bij mijn zolen," zeide Daamke, hem naoogende: "de rook verraadt het vuur; het balken den ezel, de kuch den grijskop; maar een mooie meid, die zich schuil wil houden, wordt zoo gemakkelijk niet teruggevonden."
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek