Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 10 juli 2025
Madame Snepvangers schiep groot behagen in de kinderkamer en hielp Marieken in de beslommeringen. De Drogist frutselde in zijn winkel of zat verdiept in wetenschappelijke verhandelingen. Soms praatte hij zeer uitbundig en andermaal kon hij zijn schoonvader zoo verstrooid aankijken dat deze er schuw van werd.
Dien avond ging het weêr heel feestelijk toe bij ons, maar 't was niet zoo vroolijk, als toen mijn oom Herse Julius Caesar voorstelde; en punch werd er ook niet geschonken, maar Marieken Wienk moest langkurk brengen; dat was toen de beste wijn, want geen mensch wist toen wat van grand vin château of champagne.
Ik heb onzen Antoine nog nooit zoo gezien, fluisterde Madame Craen. En Marieken dan... dat is de jonkheid, zuchtte Madame Snepvangers. Waar is onze tijd gebleven! treurde de loodgieter. Och, wij zijn ook nog kleppers, blufte Snepvangers, en klopte zijn zich verwerende vrouw op de knie. Ook ditmaal liet de opwinding een beetje haarpijn achter, en Madame streek suf over de platte blessen.
In de schemering kwam Madame terug van Marieken en de kinderen. Zij aten in stilte, hoorden de klok tiktakken en bleven treuzelen. Gaan we naar boven, polste Snepvangers. Seffens zal het beginnen, zei Madame, laat ons maar liever in den kelder gaan zitten. Zij namen een lamp en gingen naar beneden. Er stond een tafel en twee fauteuils. Wat een Christenmensch beleven moet, zuchtte Madame.
Toch!... Een pater heeft in de kerk komen prediken dat oorlog een straf is omdat de menschen te slecht geleefd hebben!... Dat had hij niet mogen zeggen, Snepvangers... Ik geloof u, zei Snepvangers zacht, maar nu is de wereld zot... Er komt een nieuwe tijd, Snepvangers. Antoine was in die dagen dikwijls afwezig, en Marieken verving ham achter den toog.
Marieken, riep Snepvangers en schoof zijn schoonzoon op zij, zet uw hoed op en roep de kinderen... Wij blijven, zei Marieken kordaat. Ik ben niet zot! Moeder sterft puur van angst, en ons leven gaat voor alles... Wij blijven, zei Craen, met zijn hoofd even buiten de kelderdeur. Craen zag zeer rood van in den kelder te verblijven, en Snepvangers scheen het dat zijn tong eenigszins dubbel sloeg.
Het moet eene gril der verbeelding zijn geweest, of het spel van eene voorbijdrijvende wolk, dat Justus en Marieken op dit oogenblik de maan verduisterd zagen, en over de nevelen-zee westwaarts heenglijdende eene ontzaggelijke schaduw, die de gestalte had van eene vrouw. Het liep zooals Marieken voorzien had.
Aan tafel praatte hij opgewekt en onbekommerd met Antoine en Marieken, met Madame Craen en zijn vrouw. Maar de tijd viel hem lang. Hij verlangde naar en vreesde de komst van den President om den uitslag te kennen, 't Werd avond en de stemming een beetje gedrukt. Dan klonk de huisschel onzeker, 't Is mis, peinsde Snepvangers. Beschroomd stonden President en verdierenpikker voor hem.
Wat deed er Marieken zoo van kleur verschieten? Wat zette er haar hartje zoo aan het bonzen, dat zij hare hand zich in de zijde moest drukken?.... Was Justus Eykendaal temet haar goede vriend niet langer? Kon hij haar vreemd geworden zijn, wellicht? Vreemd? ja en neen. Vreemd van aangezicht, neen: want dagelijks nog zag zij hem komen en gaan. Maar vreemd van hart, ja.
Sinds de kermis van Putte hadden zij geen bezoek meer ontvangen, al die maanden hadden zij geen menschen meer gesproken buiten de dorpelingen, en die telden zij niet. Karnaval was nog wel de triestigste dag, want zij dachten aan het volk dat zich ginder, onder den lichtgloed der stad, wist te amuseeren. Was dat nu rentenieren? Marieken verslond maar al de boeken, die zij kon leenen in het dorp.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek